Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gezaghebbers:
  2. gezaghebber:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gezaghebbers (Nederlands) in het Duits

gezaghebbers:

gezaghebbers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de gezaghebbers (autoriteiten; gezag)
    die Autorität; der Befehlshaber; die Kapazität
  2. de gezaghebbers (gezaghebbenden; hogerhand)
    der Machthaber

Vertaal Matrix voor gezaghebbers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Autorität autoriteiten; gezag; gezaghebbers autoriteit; gezag; gezaghebber; gezagsdrager; gezagsorgaan; heerschappij; instantie; macht; overheidsinstelling; overheidslichaam
Befehlshaber autoriteiten; gezag; gezaghebbers
Kapazität autoriteiten; gezag; gezaghebbers Capaciteit; aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; inhoud; knobbel; kracht; kundigheid; kwaliteit; motorvermogen; omvatte ruimte; scherpzinnigheid; talent; ter zake kundigheid; vermogen; vernuft
Machthaber gezaghebbenden; gezaghebbers; hogerhand

Verwante woorden van "gezaghebbers":


gezaghebbers vorm van gezaghebber:

gezaghebber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de gezaghebber (gezagsdrager)
    die Autorität

Vertaal Matrix voor gezaghebber:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Autorität gezaghebber; gezagsdrager autoriteit; autoriteiten; gezag; gezaghebbers; gezagsorgaan; heerschappij; instantie; macht; overheidsinstelling; overheidslichaam

Verwante woorden van "gezaghebber":