Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Ansehen
|
gezag; macht
|
aankijken; aanschouwen; aanzien; achtbaarheid; achtenswaardigheid; air; apperceptie; exterieur; in de ogen kijken; maatschappelijk aanzien; observatie; perceptie; prestige; status; waarneming
|
Autorität
|
autoriteit; autoriteiten; gezag; gezaghebbers; heerschappij; macht
|
autoriteit; gezaghebber; gezagsdrager; gezagsorgaan; instantie; overheidsinstelling; overheidslichaam
|
Befehlshaber
|
autoriteiten; gezag; gezaghebbers
|
|
Galerie
|
gezag; gouvernement; kabinet; regering
|
foyer; gaanderij; galerie; galerij; hal; koffiekamer; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon; torenomgang; trans; zuilengang
|
Herrschaft
|
autoriteit; gezag; heerschappij; macht
|
individu; meesterschap; mens; overheidsinstelling; overheidslichaam; persoon; sterveling; wezen
|
Kapazität
|
autoriteiten; gezag; gezaghebbers
|
Capaciteit; aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; inhoud; knobbel; kracht; kundigheid; kwaliteit; motorvermogen; omvatte ruimte; scherpzinnigheid; talent; ter zake kundigheid; vermogen; vernuft
|
Kunstgalerie
|
gezag; gouvernement; kabinet; regering
|
galerie; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal
|
Macht
|
autoriteit; gezag; heerschappij; macht
|
invloed; kracht; macht; mogendheden; mogendheid; overheidsinstelling; overheidslichaam; vermogen
|
Obrigkeit
|
autoriteit; gezag; heerschappij; macht
|
overheidsinstelling; overheidslichaam
|
Regierung
|
gezag; gouvernement; kabinet; regering
|
bewind; regering; staatsbestuur
|
Sammlung
|
gezag; gouvernement; kabinet; regering
|
bijeenbrenging; collectie; compilatie; kabinet; kabinetkast; museum; museumcollectie; verzameling
|
Staatsführung
|
gezag; gouvernement; kabinet; regering
|
bewind; regeringsstelsel; regime; staatsbestel; staatsbestuur
|
Staatsmacht
|
gezag; gouvernement; kabinet; regering
|
bewind; regeringsstelsel; regime; rijksgezag; staatsbestel
|
-
|
autoriteit
|
|