Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Affäre
|
aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak
|
affaire; avontuurtje; liaison; liefdesrelatie; relatie; slippertje; verhouding
|
Angelegenheit
|
aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak
|
affaire; issue; kwestie; liaison; liefdesrelatie; punt; relatie; verhouding
|
Fall
|
casus; geval; kwestie; probleemgeval
|
debacle; dreun; gezichtshoek; gezichtspunt; ineenstorting; ineenzakking; instorting; invalshoek; issue; klap; knal; kwak; kwestie; naamval; ondergang; oogpunt; perspectief; punt; smak; standpunt; teloorgang; tenondergang; val; verderf; zienswijs
|
Frage
|
aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak
|
issue; kwestie; punt; vraag
|
Fälle
|
geval; probleemgeval
|
|
Geschichte
|
geval; probleemgeval
|
bedenksel; fabel; fictie; geschiedenis; historie; leugen; rapport; relaas; reportage; sprookje; verdichting; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; verslag; vertelling; vertelsel; verzinsel; weergave
|
Objekt
|
geval; probleemgeval
|
artikel; ding; goed; item; meewerkend voorwerp; object; voorwerp; zaak
|
Problemfall
|
geval; probleemgeval
|
|
Sache
|
aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak
|
affaire; artikel; ding; gezichtshoek; gezichtspunt; goed; invalshoek; issue; item; kwestie; liaison; liefdesrelatie; object; oogpunt; perspectief; punt; relatie; standpunt; verhouding; voorwerp; zaak; zienswijs
|
Scherereien
|
geval; probleemgeval
|
chagrijn; ergernis; gelazer; heisa; moeilijkheid; narigheden; narigheid; penarie; probleem; problemen; toestand; trammelant
|
Vorfall
|
casus; geval; kwestie
|
feit; gebeurtenis; incident; voorval
|
Vorgang
|
casus; geval; kwestie
|
bewerking; feit; gebeurtenis; incident; voorval
|
Zwischenfall
|
casus; geval; kwestie
|
incident; zaakje
|