Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gestoord (Nederlands) in het Duits

gestoord:

gestoord bijvoeglijk naamwoord

  1. gestoord (geschift; gek; mesjogge; )
    verrückt; gestört; blöd; geisteskrank; meschugge; übergeschnappt; dämlich; idiotisch; irre; wahnsinnig; stumpfsinnig; bescheuert; irrsinnig; lächerlich; idiotenhaft; geistesschwach; bekloppt; wirr; wahnwitzig; närrisch; blödsinnig; unsinnig; blöde; töricht; verstört; unvernünftig

Vertaal Matrix voor gestoord:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekloppt achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot dwaas; eigenaardig; geestelijk gestoord; gek; geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; typisch; vreemd
bescheuert achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot dwaas; eigenaardig; geestelijk gestoord; gek; geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; typisch; vreemd
blöd achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achterlijk; afgestompt; afstompend; breinloos; dom; dwaas; eentonig; eigenaardig; geestdodend; geesteloos; gek; geschift; getikt; hersenloos; hoorndol; idioot; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; onbenullig; onnozel; onverstandig; saai; stom; stompzinnig; stupide; suf; typisch; verstandeloos; vreemd
blöde achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot dwaas; eigenaardig; gek; geschift; getikt; hoorndol; idioot; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; redeloos; schaapachtig; typisch; verstandeloos; vreemd; zonder verstand
blödsinnig achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achterlijk; bezopen; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; getikt; hoorndol; idioot; kierewiet; knots; kolderiek; krankjorum; maf; mal; mesjogge; stomdroken; typisch; vreemd; zwakzinnig
dämlich achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; dwaas; eigenaardig; geesteloos; gek; geschift; getikt; hersenloos; hoorndol; idioot; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; onbenullig; onnozel; onverstandig; redeloos; schaapachtig; stompzinnig; stupide; typisch; verstandeloos; vreemd; zonder verstand
geisteskrank achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; typisch; vreemd; zwakzinnig
geistesschwach achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achtergebleven; achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; licht; lichtwegend; maf; mal; mesjogge; minderbegaafd; typisch; vreemd
gestört achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; typisch; vreemd; zwakzinnig
idiotenhaft achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot dwaas; eigenaardig; gek; geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; typisch; vreemd
idiotisch achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot bezopen; dwaas; eigenaardig; geestelijk gestoord; gek; geschift; getikt; hoorndol; idioot; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; stomdroken; typisch; vreemd
irre achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achterlijk; curieus; dwaas; eigenaardig; enorm; geestelijk verward; gek; geschift; getikt; gigantisch; hoorndol; immens; in de war; in zeer hoge mate; kierewiet; knots; kolossaal; krankjorum; maf; mal; merkwaardig; mesjogge; ondersteboven; onthutst; reusachtig; typisch; verward; vreemd; zeer groot; zwakzinnig
irrsinnig achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achterlijk; curieus; dwaas; eigenaardig; geestelijk gestoord; gek; geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; merkwaardig; mesjogge; typisch; vreemd; zwakzinnig
lächerlich achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot absurd; belachelijk; bespottelijk; curieus; geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; lachwekkend; lullig; maf; mal; merkwaardig; mesjogge; ridicuul; vreemd
meschugge achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd
närrisch achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot dwaas; eigenaardig; gek; geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; typisch; vreemd
stumpfsinnig achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achterlijk; afgestompt; afstompend; breinloos; daas; dof; dom; eentonig; eenvoudig; geestdodend; geesteloos; gemakkelijk; hersenloos; idioot; licht; makkelijk; mat; niet moeilijk; onbenullig; onnozel; onverstandig; saai; simpel; soezerig; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos; versuft
töricht achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot dom; dwaas; geestelijk gestoord; gek; idioot; onbezonnen; onverstandig; onwijs; redeloos; stom; suf; verstandeloos; zonder verstand
unsinnig achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot geestelijk gestoord; gek; geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; nutteloos; ongerijmd; onzinnig; redeloos; verstandeloos; zinloos; zonder verstand
unvernünftig achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot dom; geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; onverstandig; redeloos; stom; suf; verstandeloos; zonder verstand
verrückt achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achterlijk; doldwaas; dwaas; eigenaardig; geestesziek; gek; geschift; getikt; hoorndol; idioot; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; mesjokke; niet goed snik; tilt; tureluurs; typisch; vreemd; waanzinnig; zwakzinnig
verstört achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot diffuus; doorelkaar; dwaas; eigenaardig; geestelijk verward; gek; geschift; getikt; hoorndol; in de war; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; ondersteboven; typisch; vaag waarneembaar; verward; vreemd
wahnsinnig achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; typisch; vreemd; zwakzinnig
wahnwitzig achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd
wirr achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot diffuus; doorelkaar; dwaas; eigenaardig; geestelijk verward; gek; in de war; maf; mal; ondersteboven; typisch; vaag waarneembaar; verward; vreemd
übergeschnappt achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot dwaas; eigenaardig; gek; geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; maf; mal; niet goed snik; tureluurs; typisch; vreemd

Verwante woorden van "gestoord":


Wiktionary: gestoord

gestoord
adjective
  1. geen normale functionering van de geest hebbend

Cross Translation:
FromToVia
gestoord gestört disturbed — showing symptoms of mental illness, severe psychosis, or neurosis
gestoord wahnsinnig; verrückt; geisteskrank insane — exhibiting unsoundness or disorder of mind

storen:

storen werkwoord (stoor, stoort, stoorde, stoorden, gestoord)

  1. storen (hinderen; onmogelijk maken)
    stören; hindern; behindern; aufhalten; hemmen
    • stören werkwoord (störe, störst, stört, störte, störtet, gestört)
    • hindern werkwoord (hindre, hinderst, hindert, hinderte, hindertet, gehindert)
    • behindern werkwoord (behindere, behinderst, behindert, behinderte, behindertet, behindert)
    • aufhalten werkwoord (halte auf, hälst auf, hält auf, hielt auf, hieltet auf, aufgehalten)
    • hemmen werkwoord (hemme, hemmst, hemmt, hemmte, hemmtet, gehemmt)
  2. storen (onmogelijk maken; hinderen)
    stören; unmöglich machen; behindern; hindern
    • stören werkwoord (störe, störst, stört, störte, störtet, gestört)
    • unmöglich machen werkwoord
    • behindern werkwoord (behindere, behinderst, behindert, behinderte, behindertet, behindert)
    • hindern werkwoord (hindre, hinderst, hindert, hinderte, hindertet, gehindert)
  3. storen
    stören
    • stören werkwoord (störe, störst, stört, störte, störtet, gestört)

Conjugations for storen:

o.t.t.
  1. stoor
  2. stoort
  3. stoort
  4. storen
  5. storen
  6. storen
o.v.t.
  1. stoorde
  2. stoorde
  3. stoorde
  4. stoorden
  5. stoorden
  6. stoorden
v.t.t.
  1. heb gestoord
  2. hebt gestoord
  3. heeft gestoord
  4. hebben gestoord
  5. hebben gestoord
  6. hebben gestoord
v.v.t.
  1. had gestoord
  2. had gestoord
  3. had gestoord
  4. hadden gestoord
  5. hadden gestoord
  6. hadden gestoord
o.t.t.t.
  1. zal storen
  2. zult storen
  3. zal storen
  4. zullen storen
  5. zullen storen
  6. zullen storen
o.v.t.t.
  1. zou storen
  2. zou storen
  3. zou storen
  4. zouden storen
  5. zouden storen
  6. zouden storen
en verder
  1. ben gestoord
  2. bent gestoord
  3. is gestoord
  4. zijn gestoord
  5. zijn gestoord
  6. zijn gestoord
diversen
  1. stoor!
  2. stoort!
  3. gestoord
  4. storend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor storen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufhalten hinderen; onmogelijk maken; storen afhouden; belemmeren; beletten; ervanaf houden; iemand in het ongewisse laten; onmogelijk maken; ophouden; temporiseren; verhinderen; vertragen; voorkomen; voorkómen; weerhouden
behindern hinderen; onmogelijk maken; storen belemmeren; beletten; benadelen; duperen; dwarsbomen; dwarsliggen; kwaad doen; nadeel toebrengen; nadelig zijn; onmogelijk maken; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; tegenwerken; verhinderen; voorkomen; voorkómen
hemmen hinderen; onmogelijk maken; storen belemmeren; beletten; doen mislukken; een stokje steken voor; onmogelijk maken; ophouden; temporiseren; verhinderen; verijdelen; vertragen; voorkomen; voorkómen
hindern hinderen; onmogelijk maken; storen afbreken; afhouden; belemmeren; beletten; chicaneren; doen mislukken; doen ophouden; een stokje steken voor; ervanaf houden; kleinzielig gedragen; onderbreken; onmogelijk maken; verhinderen; verijdelen; verstoren; vertoornen; voorkomen; voorkómen; weerhouden
stören hinderen; onmogelijk maken; storen afbreken; belemmeren; beletten; doen ophouden; ergeren; irriteren; obstructie plegen; onderbreken; op de zenuwen werken; verhinderen; verstoren; vertoornen; vervelen; voorkomen; voorkómen
unmöglich machen hinderen; onmogelijk maken; storen

Wiktionary: storen

storen
verb
  1. het functioneren nadelig beïnvloeden

Cross Translation:
FromToVia
storen belästigen bother — to annoy, disturb
storen verdrießen chagrin — bother or vex; to mortify
storen stören disturb — confuse or irritate
storen eindringen; eindrängen; stören intrude — intrude
storen trüben roil — render turbid
storen beengen; behindern; belästigen; genieren; stören; lästig werden déranger — Traductions à trier suivant le sens
storen behindern; stören; beengen gêner — Causer de la gêne

Verwante vertalingen van gestoord