Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. geruis:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geruis (Nederlands) in het Duits

geruis:

geruis [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het geruis (ruis)
    Geräusch; Rauschen
  2. het geruis (hartgeruis)
    die Herzgeräusch

Vertaal Matrix voor geruis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geräusch geruis; ruis gegons; geluid; rumoer
Herzgeräusch geruis; hartgeruis hartgeruis
Rauschen geruis; ruis

Wiktionary: geruis


Cross Translation:
FromToVia
geruis Brise; Hauch; Lufthauch; Blasen; Wehen soufflevent produit pousser l’air hors de la bouche.