Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. geroep:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geroep (Nederlands) in het Duits

geroep:

geroep [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het geroep (roep; geschreeuw)
    der Ruf; der Schrei; Rufen; Schreien
    • Ruf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schrei [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Rufen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Schreien [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor geroep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ruf geroep; geschreeuw; roep aanzien; achting; faam; gil; goede naam; goede reputatie; kreet; lokroep; loktoon; naam; naamsbekendheid; niveau; oproep; reputatie; roep; roepstem; schreeuw; uitroep
Rufen geroep; geschreeuw; roep lokroep; loktoon
Schrei geroep; geschreeuw; roep faam; gil; kreet; lokroep; loktoon; naam; reputatie; roep; schreeuw; uitroep
Schreien geroep; geschreeuw; roep gebrul; gebulder; gekrijs; gescheld; geschreeuw; getier; gillen; kreten; lokroep; loktoon; roepen; schreeuwen

Wiktionary: geroep


Cross Translation:
FromToVia
geroep Krach rumpus — noise and confusion
geroep Geschrei; Schreien hurlement — Action de hurler.