Nederlands
Uitgebreide vertaling voor geringschattend (Nederlands) in het Duits
geringschattend:
-
geringschattend (uit de hoogte; minachtend; trots; kleinerend; hooghartig; neerbuigend; laatdunkend)
stolz; eingebildet; hochmütig; hoffärtig; erhaben; eitel; überheblich; herablassend; arrogant; geringschätzig; selbstgefällig; aufgebläht; gönnerhaft; erniedrigend; geringschätzend-
stolz bijvoeglijk naamwoord
-
eingebildet bijvoeglijk naamwoord
-
hochmütig bijvoeglijk naamwoord
-
hoffärtig bijvoeglijk naamwoord
-
erhaben bijvoeglijk naamwoord
-
eitel bijvoeglijk naamwoord
-
überheblich bijvoeglijk naamwoord
-
herablassend bijvoeglijk naamwoord
-
arrogant bijvoeglijk naamwoord
-
geringschätzig bijvoeglijk naamwoord
-
selbstgefällig bijvoeglijk naamwoord
-
aufgebläht bijvoeglijk naamwoord
-
gönnerhaft bijvoeglijk naamwoord
-
erniedrigend bijvoeglijk naamwoord
-
geringschätzend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor geringschattend:
geringschattend vorm van geringschatten:
-
geringschatten (minachten; verachten; neerkijken op)
verachten; verschmähen; geringschätzen-
geringschätzen werkwoord (geringschätze, geringschätzt, geringschätzte, geringschätztet, geringgeschätzt)
Conjugations for geringschatten:
o.t.t.
- geringschat
- geringschat
- geringschat
- geringschatten
- geringschatten
- geringschatten
o.v.t.
- geringschatte
- geringschatte
- geringschatte
- geringschatten
- geringschatten
- geringschatten
v.t.t.
- heb geringgeschat
- hebt geringgeschat
- heeft geringgeschat
- hebben geringgeschat
- hebben geringgeschat
- hebben geringgeschat
v.v.t.
- had geringgeschat
- had geringgeschat
- had geringgeschat
- hadden geringgeschat
- hadden geringgeschat
- hadden geringgeschat
o.t.t.t.
- zal geringschatten
- zult geringschatten
- zal geringschatten
- zullen geringschatten
- zullen geringschatten
- zullen geringschatten
o.v.t.t.
- zou geringschatten
- zou geringschatten
- zou geringschatten
- zouden geringschatten
- zouden geringschatten
- zouden geringschatten
en verder
- is geringgeschat
- zijn geringgeschat
diversen
- geringschat!
- geringschat!
- geringgeschat
- geringschattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor geringschatten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geringschätzen | geringschatten; minachten; neerkijken op; verachten | laten passeren; neerbuigend bejegenen; versmaden |
verachten | geringschatten; minachten; neerkijken op; verachten | laten passeren; versmaden |
verschmähen | geringschatten; minachten; neerkijken op; verachten | laten passeren; versmaden |