Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. parelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gepareld (Nederlands) in het Duits

parelen:

parelen bijvoeglijk naamwoord

  1. parelen
    perlen
    • perlen bijvoeglijk naamwoord

parelen werkwoord (parel, parelt, parelde, parelden, gepareld)

  1. parelen (kralen)
    perlig; prickeln
    • perlig werkwoord
    • prickeln werkwoord (prickele, prickelst, prickelt, prickelte, prickeltet, geprickelt)

Conjugations for parelen:

o.t.t.
  1. parel
  2. parelt
  3. parelt
  4. parelen
  5. parelen
  6. parelen
o.v.t.
  1. parelde
  2. parelde
  3. parelde
  4. parelden
  5. parelden
  6. parelden
v.t.t.
  1. heb gepareld
  2. hebt gepareld
  3. heeft gepareld
  4. hebben gepareld
  5. hebben gepareld
  6. hebben gepareld
v.v.t.
  1. had gepareld
  2. had gepareld
  3. had gepareld
  4. hadden gepareld
  5. hadden gepareld
  6. hadden gepareld
o.t.t.t.
  1. zal parelen
  2. zult parelen
  3. zal parelen
  4. zullen parelen
  5. zullen parelen
  6. zullen parelen
o.v.t.t.
  1. zou parelen
  2. zou parelen
  3. zou parelen
  4. zouden parelen
  5. zouden parelen
  6. zouden parelen
diversen
  1. parel!
  2. parelt!
  3. gepareld
  4. parelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor parelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
perlen mousseren; opbruisen; sprankelen; tintelen
perlig kralen; parelen
prickeln kralen; parelen ergeren; irriteren; mousseren; op de zenuwen werken; opbruisen; opwekken; opwinden; prikkelen; sprankelen; stimuleren; tintelen; vervelen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
perlen parelen paarlen

Verwante woorden van "parelen":