Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- gemelijk:
-
Wiktionary:
- gemelijk → düster, schlechtgelaunt, widerwärtig, unangenehm, brummig, unwirsch, unfreundlich, langweilig, öde
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gemelijk (Nederlands) in het Duits
gemelijk:
-
gemelijk (nurks; knorrig; stuurs; wrevelig)
schlechtgelaunt ohne Grund-
schlechtgelaunt ohne Grund bijvoeglijk naamwoord
-
-
gemelijk (slecht gehumeurd; chagrijnig; humeurig; nurks; knorrig; sikkeneurig)
schlecht gelaunt-
schlecht gelaunt bijvoeglijk naamwoord
-
-
gemelijk (sikkeneurig; chagrijnig; humeurig; slecht gehumeurd; nurks; knorrig; nukkig)
schlecht gelaunt; mürrisch; launisch; nörgelig; übellaunig; launenhaft-
schlecht gelaunt bijvoeglijk naamwoord
-
mürrisch bijvoeglijk naamwoord
-
launisch bijvoeglijk naamwoord
-
nörgelig bijvoeglijk naamwoord
-
übellaunig bijvoeglijk naamwoord
-
launenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gemelijk:
Verwante woorden van "gemelijk":
Wiktionary: gemelijk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gemelijk | → düster; schlechtgelaunt; widerwärtig; unangenehm; brummig; unwirsch; unfreundlich; langweilig; öde | ↔ maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné. |