Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gelijkrichten (Nederlands) in het Duits
gelijkrichten:
-
gelijkrichten
gleichrichten; koordinieren; auswuchten-
gleichrichten werkwoord (gleichrichte, gleichrichtest, gleichrichtet, gleichrichtete, gleichrichtetet, gegleichrichtet)
-
koordinieren werkwoord (koordiniere, koordinierst, koordiniert, koordinierte, koordiniertet, koordiniert)
-
auswuchten werkwoord (wuchte aus, wuchtest aus, wuchtet aus, wuchtete aus, wuchtetet aus, ausgewuchtet)
-
Conjugations for gelijkrichten:
o.t.t.
- richt gelijk
- richt gelijk
- richt gelijk
- richten gelijk
- richten gelijk
- richten gelijk
o.v.t.
- richtte gelijk
- richtte gelijk
- richtte gelijk
- richtten gelijk
- richtten gelijk
- richtten gelijk
v.t.t.
- ben gelijkgericht
- bent gelijkgericht
- is gelijkgericht
- zijn gelijkgericht
- zijn gelijkgericht
- zijn gelijkgericht
v.v.t.
- was gelijkgericht
- was gelijkgericht
- was gelijkgericht
- waren gelijkgericht
- waren gelijkgericht
- waren gelijkgericht
o.t.t.t.
- zal gelijkrichten
- zult gelijkrichten
- zal gelijkrichten
- zullen gelijkrichten
- zullen gelijkrichten
- zullen gelijkrichten
o.v.t.t.
- zou gelijkrichten
- zou gelijkrichten
- zou gelijkrichten
- zouden gelijkrichten
- zouden gelijkrichten
- zouden gelijkrichten
diversen
- richt gelijk!
- richt gelijk!
- gelijkgericht
- gelijkrichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor gelijkrichten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
auswuchten | gelijkrichten | richten; uitbalanceren; uitlijnen |
gleichrichten | gelijkrichten | afstellen; afstemmen; gelijkschakelen; kalibreren; richten; uitbalanceren; uitlijnen |
koordinieren | gelijkrichten | coördineren |
Computer vertaling door derden: