Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gehavend (Nederlands) in het Duits
gehavend:
-
gehavend (geschonden)
geschunden; schadhaft; angeschlagen; beschädigt; ramponiert; havariert-
geschunden bijvoeglijk naamwoord
-
schadhaft bijvoeglijk naamwoord
-
angeschlagen bijvoeglijk naamwoord
-
beschädigt bijvoeglijk naamwoord
-
ramponiert bijvoeglijk naamwoord
-
havariert bijvoeglijk naamwoord
-
-
gehavend (gewond; aangeslagen)
verwundet; angeschlagen; havariert; beschädigt; ramponiert-
verwundet bijvoeglijk naamwoord
-
angeschlagen bijvoeglijk naamwoord
-
havariert bijvoeglijk naamwoord
-
beschädigt bijvoeglijk naamwoord
-
ramponiert bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gehavend:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beschädigt | aangeslagen; gehavend; geschonden; gewond | aan flarden; aan scherven; beschadigd; gebarsten; gebroken; kapot; mismaakt; misvormd; stuk |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
angeschlagen | aangeslagen; gehavend; geschonden; gewond | aan flarden; beschadigd; gebarsten; geraakt; getoucheerd; kapot; stuk |
geschunden | gehavend; geschonden | |
havariert | aangeslagen; gehavend; geschonden; gewond | aan flarden |
ramponiert | aangeslagen; gehavend; geschonden; gewond | aan flarden; beschadigd; gebarsten; kapot; stuk |
schadhaft | gehavend; geschonden | aan stukken; armzalig; beschadigd; defect; gebarsten; gebroken; in stukken; kapot; karig; mager; onklaar; pover; schamel; schraal; stuk |
verwundet | aangeslagen; gehavend; gewond | aangeschoten; gekwetst; getroffen; gewond |
Computer vertaling door derden: