Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- gecompleteerd:
- completeren:
-
Wiktionary:
- completeren → ausfüllen, erfüllen, vervollständigen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gecompleteerd (Nederlands) in het Duits
gecompleteerd:
-
gecompleteerd (afgerond)
Vertaal Matrix voor gecompleteerd:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abgerundet | afgerond; gecompleteerd | |
abgeschlossen | afgerond; gecompleteerd | afgesloten; dicht; gesloten; op slot; potdicht; toe |
completeren:
-
completeren (voltooien; afronden; afmaken; beëindigen; afwerken; klaarmaken; volbrengen; volmaken; een einde maken aan; afkrijgen; klaarkrijgen)
-
completeren (vervolledigen; voltooien; afmaken; perfectioneren; volledig maken; vervolmaken)
komplettieren; vervollständigen; vollenden; fertigmachen; ergänzen; fertigstellen; beenden; fertigbringen; perfektionieren; ausbauen; berichtigen; ausbessern; aufbessern; vervollkommnen-
komplettieren werkwoord (komplettiere, komplettierst, komplettiert, komplettierte, komplettiertet, komplettiert)
-
vervollständigen werkwoord (vervollständige, vervollständigst, vervollständigt, vervollständigte, vervollständigtet, vervollständigt)
-
fertigmachen werkwoord (mache fertig, machst fertig, macht fertig, machte fertig, machtet fertig, fertiggemacht)
-
fertigstellen werkwoord (stelle fertig, stellst fertig, stellt fertig, stellte fertig, fertiggestellt)
-
fertigbringen werkwoord (bringe fertig, bringst fertig, bringt fertig, brachte fertig, brachtet fertig, fertiggebracht)
-
perfektionieren werkwoord (perfektioniere, perfektionierst, perfektioniert, perfektionierte, perfektioniertet, perfektioniert)
-
berichtigen werkwoord (berichtige, berichtigest, berichtiget, berichtigete, berichtigetet, berichtigt)
-
ausbessern werkwoord (bessere aus, besserst aus, bessert aus, besserte aus, bessertet aus, ausgebessert)
-
aufbessern werkwoord (bessere auf, besserst auf, bessert auf, besserte auf, bessertet auf, aufgebessert)
-
vervollkommnen werkwoord (vervollkomme, vervollkommst, vervollkommt, vervollkam, vervollkamt, vervollkommen)
-
-
completeren (compleet maken; vervolledigen; volledig maken)
komplettieren; vervollständigen; vervollkommnen-
komplettieren werkwoord (komplettiere, komplettierst, komplettiert, komplettierte, komplettiertet, komplettiert)
-
vervollständigen werkwoord (vervollständige, vervollständigst, vervollständigt, vervollständigte, vervollständigtet, vervollständigt)
-
vervollkommnen werkwoord (vervollkomme, vervollkommst, vervollkommt, vervollkam, vervollkamt, vervollkommen)
-
-
completeren (toevoegen; aanvullen; voltallig maken)
komplettieren; vervollständigen-
komplettieren werkwoord (komplettiere, komplettierst, komplettiert, komplettierte, komplettiertet, komplettiert)
-
vervollständigen werkwoord (vervollständige, vervollständigst, vervollständigt, vervollständigte, vervollständigtet, vervollständigt)
-
Conjugations for completeren:
o.t.t.
- completeer
- completeert
- completeert
- completeren
- completeren
- completeren
o.v.t.
- completeerde
- completeerde
- completeerde
- completeerden
- completeerden
- completeerden
v.t.t.
- heb gecompleteerd
- hebt gecompleteerd
- heeft gecompleteerd
- hebben gecompleteerd
- hebben gecompleteerd
- hebben gecompleteerd
v.v.t.
- had gecompleteerd
- had gecompleteerd
- had gecompleteerd
- hadden gecompleteerd
- hadden gecompleteerd
- hadden gecompleteerd
o.t.t.t.
- zal completeren
- zult completeren
- zal completeren
- zullen completeren
- zullen completeren
- zullen completeren
o.v.t.t.
- zou completeren
- zou completeren
- zou completeren
- zouden completeren
- zouden completeren
- zouden completeren
diversen
- completeer!
- completeert!
- gecompleteerd
- completerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor completeren:
Wiktionary: completeren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• completeren | → ausfüllen; erfüllen; vervollständigen | ↔ compléter — rendre complet. |