Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gebruikelijk (Nederlands) in het Duits
gebruikelijk:
-
gebruikelijk (gangbaar; courant; gewoon)
gewöhnlich; gebräuchlich; üblich; gängig; alltäglich; herkömmlich-
gewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
gebräuchlich bijvoeglijk naamwoord
-
üblich bijvoeglijk naamwoord
-
gängig bijvoeglijk naamwoord
-
alltäglich bijvoeglijk naamwoord
-
herkömmlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
gebruikelijk (gangbaar; gewoon; gemeen; normaal)
gebräuchlich; üblich; einfach; allgemein; alltäglich; gängig; herkömmlich-
gebräuchlich bijvoeglijk naamwoord
-
üblich bijvoeglijk naamwoord
-
einfach bijvoeglijk naamwoord
-
allgemein bijvoeglijk naamwoord
-
alltäglich bijvoeglijk naamwoord
-
gängig bijvoeglijk naamwoord
-
herkömmlich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gebruikelijk:
Verwante woorden van "gebruikelijk":
Wiktionary: gebruikelijk
gebruikelijk
Cross Translation:
adjective
gebruikelijk
-
naar gewoonte, zoals men regelmatig doet
- gebruikelijk → üblich
adjective
-
gewöhnlich oder häufig auftretend, normal
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gebruikelijk | → geläufig; üblich | ↔ habituel — Qui est devenu une habitude, qui est passé en habitude. |
Computer vertaling door derden: