Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebroddel (Nederlands) in het Duits

gebroddel:

gebroddel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gebroddel (geklungel)
    die Stümperei; Gestümper; der Pfusch; die Pfuscherei; die Pfuscharbeit; Pfuschwerk; Gepfusche

Vertaal Matrix voor gebroddel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gepfusche gebroddel; geklungel gehaspel; geknoei; gemier; gemodder; gemors; gezeur
Gestümper gebroddel; geklungel gehaspel; geknoei; gemodder
Pfusch gebroddel; geklungel broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
Pfuscharbeit gebroddel; geklungel broddelwerk; gehannes; gestuntel; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
Pfuscherei gebroddel; geklungel bedrog; bende; beuzelarij; complot; futselarij; geknoei; gemier; gemors; getreuzel; gezeur; knoeierij; nep; oplichterij; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenzwering; troep; zooi; zootje; zwendelarij
Pfuschwerk gebroddel; geklungel bedrog; geknoei; gemors; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij
Stümperei gebroddel; geklungel gehannes; gestuntel; moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem

Computer vertaling door derden: