Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gebod:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebod (Nederlands) in het Duits

gebod:

gebod [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gebod
    Gebot; der Erlaß
    • Gebot [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Erlaß [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gebod:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Erlaß gebod afkondiging; beschikbaarheid; beschikking; beslissing; besluit; besluiten; bevelschrift; carbon; consigne; decreet; doorslag; dwangbevel; opdracht; order; raadsbesluit; taak; uitvaardiging
Gebot gebod belofte; bevel; bod; commando; gelofte; orde; order; regel; regeling; reglement; toezegging; verbintenis; verplichting; voorschrift; wet

Wiktionary: gebod

gebod
noun
  1. opgelegde verplichting
gebod
noun
  1. in Ethik, Religion oder Recht: Verpflichtung oder Anweisung