Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
riesig
|
|
groots; grootschalig; reuze
|
toll
|
fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; mieters; reuze; schitterend; te gek; tof; waanzinnig; wijs
|
aangenaam; behaaglijk; enorm; fijn; gemotiveerd; geweldig; gigantisch; heerlijk; immens; in zeer hoge mate; indrukwekkend; kolossaal; kostelijk; leuk; motivatie bezittend; plezant; plezierig; prettig; reusachtig; uitstekend; voortreffelijk; zeer groot
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
super
|
|
fantastisch; super; supergaaf
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dufte
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
|
einwandfrei
|
gaaf; onaangetast; puntgaaf
|
absoluut; beslist; brandschoon; correct; foutloos; goed; juist; keurig; loepzuiver; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; onweerlegbaar; perfect; perfekt; precies; rein; ronduit; smetteloos; stellig; vast en zeker; vlekkeloos; volmaakt; zeker
|
fabelhaft
|
fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
|
aangenaam; behaaglijk; betoverend; enorm; fabelachtig; fabuleus; fantastisch; fenomenaal; fijn; geweldig; gigantisch; groots; heerlijk; hoogwaardig; immens; in zeer hoge mate; kiplekker; kolossaal; kostelijk; leuk; luisterrijk; magnifiek; mieters; mythisch; perfect; plezant; plezierig; prachtig; prettig; prima; puik; reusachtig; schitterend; uitstekend; van goede kwaliteit; voortreffelijk; zeer groot
|
fehlerfrei
|
gaaf; heel; intact; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
brandschoon; correct; feilloos; foutloos; ideaal; keurig; loepzuiver; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; patent; perfect; rein; smetteloos; uitmuntend; uitstekend; vlekkeloos; volmaakt; voortreffelijk; zuiver
|
ganz
|
gaaf; heel; intact; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
algeheel; allemaal; alles; behoorlijk; compleet; fulltime; heel; hele; helemaal; kompleet; nogal; redelijk; tamelijk; totaal; volkomen; volledig; volslagen; voluit
|
ganz und gar
|
gaaf; heel; intact
|
boordevol; fulltime; volledig; volop
|
genial
|
fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
|
betoverend; geniaal; heerlijk; intelligent; kostelijk; luisterrijk; magnifiek; pienter; prachtig; schitterend; schrander; uitstekend; vernuftig; voortreffelijk
|
gesamt
|
gaaf; heel; intact
|
alle; boeiend; fascinerend; fulltime; globaal; in grote lijnen; integraal; integrerend; volledig
|
großartig
|
fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; mieters; reuze; schitterend; te gek; tof; waanzinnig; wijs
|
ambitieus; betoverend; eerzuchtig; enorm; fantastisch; fenomenaal; fier; flink; formidabel; geducht; geweldig; gigantisch; glansrijk; glorierijk; glorieus; grandioos; groots; heel groot; heerlijk; immens; in hoge mate; in zeer hoge mate; kolossaal; kostelijk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; onmetelijk; oogverblindend; prachtig; prat; prinsheerlijk; puik; reusachtig; roemrijk; roemvol; schitterend; streverig; trots; uitnemend; uitstekend; verblindend; voortreffelijk; weids; zeer groot
|
gut
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
correct; fantastisch; geweldig; goed; grandioos; groots; juist; kiplekker; magnifiek; mieters; precies; prima; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
gänzlich
|
gaaf; heel; intact
|
algeheel; allemaal; alles; compleet; fulltime; heel; hele; helemaal; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen
|
heil
|
gaaf; heel; intact
|
blakend; fit; getraind; gezond; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
|
herrlich
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
aangenaam; aanzienlijk; adelijk; behaaglijk; beroemd; doorluchtig; fijn; gedistingeerd; gewichtig; glorierijk; goddelijk; heerlijk; heilig; hemels; hooggeplaatst; illuster; kostelijk; lekker; leuk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mieters; oogverblindend; overheerlijk; paradijselijk; plechtig; plechtstatig; plezant; plezierig; prachtig; prettig; reuzelekker; roemrijk; roemvol; schitterend; slank en smal; smakelijk; statig; verblindend; verheerlijkt; verheven; verrukkelijk; voornaam; zalig; zeer plechtig
|
hervorragend
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
beter dan de rest; bovenmatig; briljante; buitengemeen; buitensporig; extreem; fantastisch; fenomenaal; fier; flink; frappant; geweldig; glansrijk; glorierijk; glorieus; goddelijk; groots; heerlijk; hemels; hoogwaardig; in het oog lopend; in het oog springend; kiplekker; kostelijk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mateloos; mieters; oogverblindend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; paradijselijk; patent; perfect; prachtig; prat; prima; puik; roemrijk; roemvol; saillant; schitterend; superieur; tomeloos; treffend; trots; uitblinkend; uitermate; uitmuntend; uitstek; uitstekend; van goede kwaliteit; verblindend; verrukkelijk; volmaakt; voortreffelijk; zalig
|
hoch
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
dikwijls; enorm; frequent; gigantisch; hoog; hooggelegen; immens; in zeer hoge mate; meermaals; menigmaal; regelmatig; reusachtig; vaak; veelvuldig
|
intakt
|
gaaf; heel; intact
|
onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbeschadigd; ongebruikt; ongeopend
|
jungfräulich
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
|
klasse
|
gaaf; onaangetast; puntgaaf
|
|
komplett
|
gaaf; heel; intact
|
absoluut; allemaal; alles; boeiend; compleet; fascinerend; fulltime; grondig; helemaal; in het geheel; integraal; integrerend; kompleet; plenair; totaal; volkomen; volledig; voltallig
|
makellos
|
gaaf; onaangetast; puntgaaf
|
brandschoon; correct; keurig; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; rein; smetteloos; vlekkeloos
|
prima
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
aardig; kiplekker; leuk; lief; mieters; prima; sympathiek
|
pur
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
cru; echt; eerlijk; gekuist; gereinigd; gewoonweg; klinkklaar; netjes; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onvervalst; open; openlijk; oprecht; pure; puur; rechtschapen; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
|
rein
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
cru; gekuist; gereinigd; gewoonweg; hygiënisch; klinkklaar; kuis; louter; natuurlijk; net; netjes; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbesmet; onbevlekt; ongebruikt; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend; onomwonden; onschuldig; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onverzwakt; openlijk; proper; pure; puur; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; rein; ronduit; schoon; vlekkeloos; zedig gemaakt; zindelijk; zuiver; zuivere
|
riesig
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; geweldig; gigantisch; groots; heel erg; heel groot; immens; in zeer hoge mate; kolossaal; onmetelijk; opperbest; reusachtig; reuze; weids; zeer groot
|
schick
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
aangekleed; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanzienlijk; adelijk; attractief; bekoorlijk; beroemd; chic; doorluchtig; elegant; esthetisch; flitsend; fraai; gedistingeerd; gekleed; geraffineerd; gewichtig; goed ogend; gracieus; hip; hooggeplaatst; illuster; knap; modieus; mooi; sierlijk; smaakvol; snel; stijlvol; trendy; uitnodigend; verfijnd; verheven; verleidelijk; vlot; voornaam; welgevallig
|
spitze
|
gaaf; onaangetast; puntgaaf
|
|
stark
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
agressief; breed; dapper; dik; dikwijls; erg; fantastisch; fel; ferm; flink; fors; frequent; fysiek sterk; geducht; gestreng; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heftig; heldhaftig; heroïsch; hevig; immens; in details; in hoge mate; kloek; kolossaal; krachtig; lijvig; magnifiek; massief; meermaals; menigmaal; moedig; niet hol; niet toegevend; onverschrokken; potig; regelmatig; reusachtig; schitterend; stabiel; sterk; stevig; stout; stoutmoedig; streng; uit de kluiten gewassen; uitgewerkt; uitnemend; uitstekend; vaak; veelvuldig; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf
|
steil
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
hellend; schuin aflopend; steil
|
super
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
|
tadellos
|
gaaf; mieters; onaangetast; puntgaaf; schitterend; tof
|
akkoord; correct; foutloos; goed; hoogwaardig; ideaal; in orde; juist; keurig; loepzuiver; mee eens; netjes; onberispelijk; onbesproken; opgeruimd; ordelijk; patent; perfect; precies; prima; schoon; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk
|
tipp-topp
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
fantastisch; geweldig; grandioos; groots; hoogwaardig; magnifiek; patent; perfect; prima; ragfijn; schitterend; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk
|
total
|
gaaf; heel; intact
|
absoluut; allemaal; alles; compleet; fulltime; grondig; heel; hele; helemaal; in het geheel; totaal; volkomen; volledig
|
unangetastet
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; onverzwakt
|
unbefleckt
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
brandschoon; onbevlekt; onbezoedeld; onschuldig; rein; smetteloos; vlekkeloos
|
unberührt
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; koelbloedig; kuis; liefdeloos; maagdelijk; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbevlekt; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; ongevoelig; onschuldig; onverschillig; onverzwakt; puur; rein; zielloos; zuiver
|
unbeschädigt
|
gaaf; heel; intact; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
heelhuids; onbeschadigd; ongedeerd; ongekwetst; ongeschonden
|
unverfälscht
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
cru; echt; gewoonweg; heus; klinkklaar; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onvervalst; openlijk; pure; puur; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; werkelijk; zuiver; zuivere
|
unversehrt
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
heelhuids; nieuw; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongedeerd; ongekwetst; ongeopend; ongeschonden; onverzwakt; pas gekocht
|
vollkommen
|
gaaf; heel; intact
|
absoluut; allemaal; alles; boeiend; compleet; fascinerend; fulltime; grondig; helemaal; ideaal; in het geheel; integraal; integrerend; patent; perfect; superieur; totaal; uitmuntend; uitstekend; volkomen; volledig; volmaakt; voortreffelijk
|
vollständig
|
gaaf; heel; intact
|
allemaal; alles; boeiend; compleet; fascinerend; fulltime; helemaal; integraal; integrerend; totaal; volledig
|