Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- frequenter:
- frequent:
-
Wiktionary:
- frequent → häufig
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor frequenter (Nederlands) in het Duits
frequenter:
-
frequenter (vaker)
Vertaal Matrix voor frequenter:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
frequenter | frequenter; vaker | |
öfter | frequenter; vaker |
Verwante woorden van "frequenter":
frequent:
-
frequent (dikwijls; vaak; veelvuldig; regelmatig; meermaals; menigmaal)
regelmäßig; häufig; viel; mehrmals; frequent; mehrfach; wiederholt; hoch; schwer; turnusmäßig; stark; gleichmäßig; haufenweise-
regelmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
häufig bijvoeglijk naamwoord
-
viel bijvoeglijk naamwoord
-
mehrmals bijvoeglijk naamwoord
-
frequent bijvoeglijk naamwoord
-
mehrfach bijvoeglijk naamwoord
-
wiederholt bijvoeglijk naamwoord
-
hoch bijvoeglijk naamwoord
-
schwer bijvoeglijk naamwoord
-
turnusmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
stark bijvoeglijk naamwoord
-
gleichmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
haufenweise bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor frequent:
Verwante woorden van "frequent":
Computer vertaling door derden: