Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- fouten:
- fout:
-
Wiktionary:
- fout → Fehler, Irrtum, Blindgänger
- fout → falsch
- fout → irren, [[Fehler machen]], Fehler, Ausfall, Misserfolg, Verschlechterung, unwahr, falsch, Ungenauigkeit, verkehrt, schlecht, unrecht, ungerecht, unfair, irrig, irrtümlich, versehentlich, fehlerhaft, Fehl-, Irrtum, Versehen, Verfehlung
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor fouten (Nederlands) in het Duits
fouten:
-
de fouten (gebreken; mankementen; ongemakken)
-
de fouten (onjuistheden)
Vertaal Matrix voor fouten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Defekte | fouten; gebreken; mankementen; ongemakken | defecten; handicaps |
Irrtümer | fouten; onjuistheden | blunders; dwalingen; flaters; misstappen; misvattingen; vergissingen |
Mängel | fouten; onjuistheden | defecten; geldtekorten; handicaps; tekorten |
Schnitzer | fouten; onjuistheden | blunder; domheid; dwalingen; enormiteit; feil; flater; fout; giller; houtsnijder; incorrectheid; misgreep; misstap; misstappen; onjuistheid |
Verstösse | fouten; onjuistheden | blunders; flaters |
Verwante woorden van "fouten":
fout:
-
de fout (abuis; vergissing; misgreep; dwaling; misslag)
-
de fout (onjuistheid; feil; incorrectheid)
-
de fout (vergissing; misgreep; misslag; misrekening; misverstand; blunder; misstap; misser)
der Fehler; der Irrtum; der Mißerfolg; die Verfehlung; der Mißgriff; Versehen; der Fehlschlag; der Fehlgriff; der Fehlschuß -
de fout (misstap)
der Fehler; der Irrtum; der Fehlschlag; der Schnitzer; Versehen; die Verfehlung; die Fehlschläge; der Fehlgriff -
de fout (machinedefect; defect; gebrek; mankement; euvel)
-
de fout (bug)
-
fout (onjuist; verkeerd; foutief; ten onrechte; ernaast; onwaar; mis)
falsch; verkehrt; unrichtig; fehlerhaft; verschmitzt-
falsch bijvoeglijk naamwoord
-
verkehrt bijvoeglijk naamwoord
-
unrichtig bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerhaft bijvoeglijk naamwoord
-
verschmitzt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fout:
Verwante woorden van "fout":
Synoniemen voor "fout":
Antoniemen van "fout":
Verwante definities voor "fout":
Wiktionary: fout
fout
Cross Translation:
noun
fout
-
vergissing, onjuistheid
- fout → Fehler
adjective
-
unrichtig (durch Irrtum oder Unwissenheit), tatsächlich anders
-
unabsichtlich falsche Annahme
-
-
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fout | → irren; [[Fehler machen]] | ↔ err — make a mistake |
• fout | → Fehler | ↔ error — difference between a measured or calculated value and a true one |
• fout | → Fehler | ↔ error — mistake |
• fout | → Ausfall; Misserfolg; Verschlechterung | ↔ failure — state of condition opposite success |
• fout | → unwahr; falsch | ↔ false — untrue, not factual, wrong |
• fout | → Ungenauigkeit | ↔ inaccuracy — inaccurate statement |
• fout | → Fehler | ↔ mistake — an error (1) |
• fout | → falsch; verkehrt | ↔ wrong — incorrect |
• fout | → schlecht; unrecht; ungerecht; unfair | ↔ wrong — immoral |
• fout | → falsch; irrig; irrtümlich; versehentlich; fehlerhaft; Fehl- | ↔ abusif — Où il y a abus, qui est contraire à l’ordre, aux règles, aux lois. |
• fout | → Fehler; Irrtum; Versehen; Verfehlung | ↔ erreur — faux opinion ; fausse doctrine. |