Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. fotograaf:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fotograaf (Nederlands) in het Duits

fotograaf:

fotograaf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de fotograaf
    der Fotograf
    • Fotograf [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fotograaf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fotograf fotograaf

Verwante definities voor "fotograaf":

  1. wie afbeeldingen (voor zijn beroep) maakt met een fototoestel1
    • de fotograaf maakte een portret van de familie1

Wiktionary: fotograaf

fotograaf
noun
  1. iemand die fotos maakt
fotograaf
noun
  1. (ungeschützte) Berufsbezeichnung: Person, die sich beruflich mit dem Herstellen und Bearbeiten von Lichtbildern beschäftigt

Cross Translation:
FromToVia
fotograaf Fotograf; Photograph photographer — one who takes photographs