Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. fluwelen:
  2. fluweel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fluwelen (Nederlands) in het Duits

fluwelen:

fluwelen bijvoeglijk naamwoord

  1. fluwelen (velours; fluweelachtig)
    samtartig; samten

Vertaal Matrix voor fluwelen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
samtartig fluweelachtig; fluwelen; velours clement; goedhartig; mak; mild; welwillend; zacht; zachtaardig
samten fluweelachtig; fluwelen; velours

Verwante woorden van "fluwelen":


fluwelen vorm van fluweel:

fluweel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het fluweel (velours)
    der Samt; der Velours
    • Samt [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Velours [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fluweel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Samt fluweel; velours
Velours fluweel; velours

Verwante woorden van "fluweel":


Wiktionary: fluweel

fluweel
Cross Translation:
FromToVia
fluweel Samt velvet — fabric
fluweel Samt veloursétoffe à poil court et serrer.

Verwante vertalingen van fluwelen