Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. flambouw:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor flambouw (Nederlands) in het Duits

flambouw:

flambouw [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de flambouw (fakkel; toorts)
    die Fackel
    • Fackel [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor flambouw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fackel fakkel; flambouw; toorts

Verwante woorden van "flambouw":

  • flambouwen, flambouwtje

Wiktionary: flambouw


Cross Translation:
FromToVia
flambouw Fackel torche — flambeau