Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. filosoferen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor filosofeer (Nederlands) in het Duits

filosoferen:

filosoferen werkwoord (filosofeer, filosofeert, filosofeerde, filosofeerden, gefilosofeerd)

  1. filosoferen
    philosophieren; nachdenken
    • philosophieren werkwoord (philosophiere, philosophierst, philosophiert, philosophierte, philosophiertet, philosophiert)
    • nachdenken werkwoord (denke nach, denkst nach, denkt nach, dachte nach, dachten nach, nachgedacht)

Conjugations for filosoferen:

o.t.t.
  1. filosofeer
  2. filosofeert
  3. filosofeert
  4. filosoferen
  5. filosoferen
  6. filosoferen
o.v.t.
  1. filosofeerde
  2. filosofeerde
  3. filosofeerde
  4. filosofeerden
  5. filosofeerden
  6. filosofeerden
v.t.t.
  1. heb gefilosofeerd
  2. hebt gefilosofeerd
  3. heeft gefilosofeerd
  4. hebben gefilosofeerd
  5. hebben gefilosofeerd
  6. hebben gefilosofeerd
v.v.t.
  1. had gefilosofeerd
  2. had gefilosofeerd
  3. had gefilosofeerd
  4. hadden gefilosofeerd
  5. hadden gefilosofeerd
  6. hadden gefilosofeerd
o.t.t.t.
  1. zal filosoferen
  2. zult filosoferen
  3. zal filosoferen
  4. zullen filosoferen
  5. zullen filosoferen
  6. zullen filosoferen
o.v.t.t.
  1. zou filosoferen
  2. zou filosoferen
  3. zou filosoferen
  4. zouden filosoferen
  5. zouden filosoferen
  6. zouden filosoferen
diversen
  1. filosofeer!
  2. filosofeert!
  3. gefilosofeerd
  4. filosoferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor filosoferen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nachdenken filosoferen bedenken; beramen; beschouwen; bespiegelen; bezinnen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; piekeren; plan beramen; prakkiseren; puzzelen; puzzels oplossen; tobben; verzinnen; zinnen
philosophieren filosoferen