Nederlands
Uitgebreide vertaling voor fascinerend (Nederlands) in het Duits
fascinerend:
-
fascinerend (boeiend; integrerend)
faszinierend; interessant; spannend; integrierend; gesamt; völlig; gründlich; komplett; fesselnd; erhebend; vollständig; vollkommen; integral-
faszinierend bijvoeglijk naamwoord
-
interessant bijvoeglijk naamwoord
-
spannend bijvoeglijk naamwoord
-
integrierend bijvoeglijk naamwoord
-
gesamt bijvoeglijk naamwoord
-
völlig bijvoeglijk naamwoord
-
gründlich bijvoeglijk naamwoord
-
komplett bijvoeglijk naamwoord
-
fesselnd bijvoeglijk naamwoord
-
erhebend bijvoeglijk naamwoord
-
vollständig bijvoeglijk naamwoord
-
vollkommen bijvoeglijk naamwoord
-
integral bijvoeglijk naamwoord
-
-
fascinerend
überzeugend-
überzeugend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fascinerend:
Wiktionary: fascinerend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fascinerend | → erregend; aufregend; anreizend; anregend; Erreger-; Reiz- | ↔ passionnant — Qui passionne, qui est propre à passionner. |
fascineren:
-
fascineren (intrigeren; boeien)
Conjugations for fascineren:
o.t.t.
- fascineer
- fascineert
- fascineert
- fascineren
- fascineren
- fascineren
o.v.t.
- fascineerde
- fascineerde
- fascineerde
- fascineerden
- fascineerden
- fascineerden
v.t.t.
- heb gefascineerd
- hebt gefascineerd
- heeft gefascineerd
- hebben gefascineerd
- hebben gefascineerd
- hebben gefascineerd
v.v.t.
- had gefascineerd
- had gefascineerd
- had gefascineerd
- hadden gefascineerd
- hadden gefascineerd
- hadden gefascineerd
o.t.t.t.
- zal fascineren
- zult fascineren
- zal fascineren
- zullen fascineren
- zullen fascineren
- zullen fascineren
o.v.t.t.
- zou fascineren
- zou fascineren
- zou fascineren
- zouden fascineren
- zouden fascineren
- zouden fascineren
en verder
- ben gefascineerd
- bent gefascineerd
- is gefascineerd
- zijn gefascineerd
- zijn gefascineerd
- zijn gefascineerd
diversen
- fascineer!
- fascineert!
- gefascineerd
- fascinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor fascineren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
faszinieren | boeien; fascineren; intrigeren | obsederen |
fesseln | boeien; fascineren; intrigeren | aandacht vasthouden; aanhouden; arresteren; boeien; buitmaken; gekluisterd zitten; gevangennemen; in hechtenis nemen; inrekenen; obsederen; oppakken; vangen; vastbinden; vastketenen; vastkluisteren; vastleggen; vastsjorren; vatten |
intrigieren | boeien; fascineren; intrigeren | intrigeren; konkelen; kuipen; obsederen |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
intrigieren | intrigerend |
Wiktionary: fascineren
fascineren
verb
-
iemands aandacht vasthouden
- fascineren → fazinieren