Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. evengoed:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor evengoed (Nederlands) in het Duits

evengoed:

evengoed bijwoord

  1. evengoed (desondanks; desalniettemin; toch; niettegenstaande)
    doch; dessenungeachtet; allerdings; dennoch; immerhin; denn

Vertaal Matrix voor evengoed:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dessenungeachtet in weerwil van; niettegenstaande; ondanks
doch doch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allerdings desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch al; alreeds; daadwerkelijk; desondanks; doch; echt; echter; evenwel; heus; inderdaad; jawel; jazeker; maar; metterdaad; niettemin; nochtans; reeds; toch; voorwaar; weliswaar; werkelijk
denn desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch als; daadwerkelijk; dan; immers; metterdaad; naar; omdat; want; zoals
dennoch desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch al; alreeds; alsmede; alsook; desondanks; evenals; eveneens; evenwel; evenzeer; in weerwil van; mede; niettemin; nochtans; ook; reeds; tevens; toch; weerwil
dessenungeachtet desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch desondanks; evenwel; niettemin; nochtans; toch
doch desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch doch; echter; maar; niettemin; nochtans
immerhin desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch althans; eindelijk; minstens; op de keper beschouwd; op z'n minst; ten minste; tenminste; tenslotte; tot besluit; welbeschouwd; welgeteld

Verwante definities voor "evengoed":

  1. het maakt niets uit1
    • als je hem niet gebruikt kun je die computer evengoed weggooien1
  2. op dezelfde manier1
    • meisjes hebben evengoed recht op een opleiding als jongens1
  3. toch maar mooi1
    • het was dan wel geen opzet, maar ik zit evengoed met de schade1