Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. enkele:
  2. enkel:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor enkele:
    • einzige, einzelnen


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor enkele (Nederlands) in het Duits

enkele:

enkele bijvoeglijk naamwoord

  1. enkele (sommige; enige; een paar; wat)
    einige; etwas; gewisse

Vertaal Matrix voor enkele:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
einige sommige
etwas 'n beetje; enig; hetgeen; iets; wat; welk; welke
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
einige een paar; enige; enkele; sommige; wat luttel; weinig
etwas een paar; enige; enkele; sommige; wat zoiets
gewisse een paar; enige; enkele; sommige; wat

Verwante woorden van "enkele":


Wiktionary: enkele

enkele
pronoun
  1. een onbepaald, meestal klein aantal

Cross Translation:
FromToVia
enkele ein paar some — indefinite quantity or number
enkele einige; welche; ein paar some — unspecified quantity or number of
enkele einige quelque — Nombre relativement faible

enkel:

enkel bijvoeglijk naamwoord

  1. enkel (slechts; alleen maar)
    nur; bloß
    • nur bijvoeglijk naamwoord
    • bloß bijvoeglijk naamwoord
  2. enkel
    nur
    • nur bijvoeglijk naamwoord
  3. enkel (uitsluitend; alleen; exclusief; enig)
    ausschließlich; exklusiv
  4. enkel (enkelvoudig)
    in der Einzahl

enkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de enkel (voetgewricht)
    Fußgelenk

Vertaal Matrix voor enkel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fußgelenk enkel; voetgewricht enkelgewricht
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- paar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- slechts
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- maar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ausschließlich alleen; enig; enkel; exclusief; uitsluitend behoudens; exclusief; louter; speciaal
bloß alleen maar; enkel; slechts bloot; naakt; onbloot; ontbloot
exklusiv alleen; enig; enkel; exclusief; uitsluitend apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; exclusief; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; select; speciaal; uniek
in der Einzahl enkel; enkelvoudig
nur alleen maar; enkel; slechts nog maar

Verwante woorden van "enkel":

  • enkelen, enkels, enkeltje, enkeltjes, enkele

Synoniemen voor "enkel":


Antoniemen van "enkel":


Verwante definities voor "enkel":

  1. gewricht tussen been en voet1
    • hij heeft zijn enkel verstuikt bij het hardlopen1
  2. één stuks, niet samengesteld1
    • wil je een enkele of een dubbele boterham?1
  3. niet meer dan dat1
    • we hadden daar enkel regen1
  4. klein aantal1
    • we hebben enkele kinderen ondervraagd1

Wiktionary: enkel

enkel
noun
  1. gewricht dat de voet met het been verbindt
adjective
  1. niet dubbel, bijvoorbeeld enkel spoor, enkele reis
adverb
  1. niet dubbel
  2. weinig, een paar
enkel
noun
  1. vorspringender Knochen am Fußansatz

Cross Translation:
FromToVia
enkel Fußknöchel; Knöchel; enkel ankle — joint between foot and leg
enkel nur; einfach just — only, simply, merely
enkel Wirbel; Knöchel cheville — Articulation.
enkel einfach; einfältig; blank; rein; reinlich; sauber; absolut; losgelöst; beziehungslos; uneingeschränkt; unumschränkt; unabhängig; unvermischt pur — Qui est sans mélange.
enkel nur; allein; bloß; lediglich; erst; einfach seulement — Uniquement, rien que… (sens général)

Verwante vertalingen van enkele