Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. engerd:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor engerd (Nederlands) in het Duits

engerd:

engerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de engerd (griezel; griezeltje)
    der Fiesling; der Scheusal; der widerlicher Mensch; der Ekel

Vertaal Matrix voor engerd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ekel engerd; griezel; griezeltje afgrijzen; deugniet; ellendeling; fielt; geitenbreier; gruwen; guit; hork; kinkel; klier; kreng; lomperd; mispunt; naarling; proleet; rakker; rotzak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; stuk ongeluk; vlegel; walging; weerzin; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet
Fiesling engerd; griezel; griezeltje
Scheusal engerd; griezel; griezeltje boef; fielt; gedrocht; guitigheid; lelijkerd; misbaksel; monster; mormel; ondeugd; schobbejak; schurk; wangedrocht; wanschepsel
widerlicher Mensch engerd; griezel; griezeltje

Verwante woorden van "engerd":

  • engerds

Wiktionary: engerd


Cross Translation:
FromToVia
engerd Knilch creep — informal: annoyingly unpleasant person
engerd Freak; Spinner freak — nonconformist, especially in appearance, sexual orientation, gender identity, or business practices

Computer vertaling door derden: