Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. elan:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor elan (Nederlands) in het Duits

elan:

elan [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het elan (pit; vuur; gloed; vlam)
    der Schwung; der Elan
    • Schwung [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Elan [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor elan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Elan elan; gloed; pit; vlam; vuur
Schwung elan; gloed; pit; vlam; vuur haarkrul; krul; ommekeer; omwenteling; revolutie; slingerende beweging; slingering; totale verandering; zwaai

Wiktionary: elan

elan
noun
  1. animo
elan
noun
  1. die Begeisterung oder der Schwung, womit man etwas macht