Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. een paar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor een paar (Nederlands) in het Duits

een paar:

een paar bijvoeglijk naamwoord

  1. een paar (sommige; enkele; enige; wat)
    einige; etwas; gewisse

Vertaal Matrix voor een paar:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
einige sommige
etwas 'n beetje; enig; hetgeen; iets; wat; welk; welke
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
einige een paar; enige; enkele; sommige; wat luttel; weinig
etwas een paar; enige; enkele; sommige; wat zoiets
gewisse een paar; enige; enkele; sommige; wat

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van een paar