Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
-
duidelijk:
- klar; eindeutig; das ist klar wie Klosbrühe; deutlich; sonnenklar; offensichtlich; verständlich; sichtbar; sicher; übersichtlich; anschaulich; erkennbar; einleuchtend; derb; aufschlußreich; gläsern; vernehmlich; vernehmbar; glashell; klar wie Klosbrühe; ganz offensichtlich; konkret; greifbar; deudlich; handgreiflich; unverkennbar; begreiflich; faßlich; geradlinig; schnurgerade; kerzengerade
-
Wiktionary:
- duidelijk → klar, deutlich, offensichtlich
- duidelijk → offensichtlich, offenbar, klar, effektiv, deutchlich, eindeutig, hell, anschaulich, bestimmt, deutlich, licht, lichtvoll, augenscheinlich, ersichtlich, evident, offenkundig, einleuchtend
-
Gebruikers suggesties voor duidelijk:
- offenbar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor duidelijk (Nederlands) in het Duits
duidelijk:
-
duidelijk (zo klaar als een klontje; flagrant; overduidelijk; zonneklaar)
klar; eindeutig; das ist klar wie Klosbrühe; deutlich; sonnenklar; offensichtlich; verständlich; sichtbar; sicher; übersichtlich; anschaulich; erkennbar; einleuchtend; derb; aufschlußreich; gläsern; vernehmlich; vernehmbar; glashell-
klar bijvoeglijk naamwoord
-
eindeutig bijvoeglijk naamwoord
-
das ist klar wie Klosbrühe bijvoeglijk naamwoord
-
deutlich bijvoeglijk naamwoord
-
sonnenklar bijvoeglijk naamwoord
-
offensichtlich bijvoeglijk naamwoord
-
verständlich bijvoeglijk naamwoord
-
sichtbar bijvoeglijk naamwoord
-
sicher bijvoeglijk naamwoord
-
übersichtlich bijvoeglijk naamwoord
-
anschaulich bijvoeglijk naamwoord
-
erkennbar bijvoeglijk naamwoord
-
einleuchtend bijvoeglijk naamwoord
-
derb bijvoeglijk naamwoord
-
aufschlußreich bijvoeglijk naamwoord
-
gläsern bijvoeglijk naamwoord
-
vernehmlich bijvoeglijk naamwoord
-
vernehmbar bijvoeglijk naamwoord
-
glashell bijvoeglijk naamwoord
-
-
duidelijk (klaar als een klontje; helder; overduidelijk)
deutlich; klar wie Klosbrühe; ganz offensichtlich-
deutlich bijvoeglijk naamwoord
-
klar wie Klosbrühe bijvoeglijk naamwoord
-
ganz offensichtlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
duidelijk (aanschouwelijk)
deutlich; klar; einleuchtend; eindeutig-
deutlich bijvoeglijk naamwoord
-
klar bijvoeglijk naamwoord
-
einleuchtend bijvoeglijk naamwoord
-
eindeutig bijvoeglijk naamwoord
-
-
duidelijk (verhelderend)
deutlich; übersichtlich; klar; einleuchtend; aufschlußreich; anschaulich; gläsern-
deutlich bijvoeglijk naamwoord
-
übersichtlich bijvoeglijk naamwoord
-
klar bijvoeglijk naamwoord
-
einleuchtend bijvoeglijk naamwoord
-
aufschlußreich bijvoeglijk naamwoord
-
anschaulich bijvoeglijk naamwoord
-
gläsern bijvoeglijk naamwoord
-
-
duidelijk (verstaanbaar)
verständlich; deutlich; offensichtlich; einleuchtend; sonnenklar; klar; übersichtlich; eindeutig; anschaulich-
verständlich bijvoeglijk naamwoord
-
deutlich bijvoeglijk naamwoord
-
offensichtlich bijvoeglijk naamwoord
-
einleuchtend bijvoeglijk naamwoord
-
sonnenklar bijvoeglijk naamwoord
-
klar bijvoeglijk naamwoord
-
übersichtlich bijvoeglijk naamwoord
-
eindeutig bijvoeglijk naamwoord
-
anschaulich bijvoeglijk naamwoord
-
-
duidelijk (tastbaar; concreet; stoffelijk; konkreet; aanraakbaar; voelbaar; grijpbaar)
konkret; greifbar; deudlich; handgreiflich-
konkret bijvoeglijk naamwoord
-
greifbar bijvoeglijk naamwoord
-
deudlich bijvoeglijk naamwoord
-
handgreiflich bijvoeglijk naamwoord
-
-
duidelijk (onmiskenbaar; herkenbaar)
offensichtlich; unverkennbar; deutlich; klar; sonnenklar; eindeutig; sicher-
offensichtlich bijvoeglijk naamwoord
-
unverkennbar bijvoeglijk naamwoord
-
deutlich bijvoeglijk naamwoord
-
klar bijvoeglijk naamwoord
-
sonnenklar bijvoeglijk naamwoord
-
eindeutig bijvoeglijk naamwoord
-
sicher bijvoeglijk naamwoord
-
-
duidelijk (begrijpelijk; inzichtelijk; helder; bevattelijk)
verständlich; deutlich; begreiflich; faßlich-
verständlich bijvoeglijk naamwoord
-
deutlich bijvoeglijk naamwoord
-
begreiflich bijvoeglijk naamwoord
-
faßlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
duidelijk (recht door zee; regelrecht; direct)
offensichtlich; deutlich; klar; geradlinig; sonnenklar; schnurgerade; kerzengerade-
offensichtlich bijvoeglijk naamwoord
-
deutlich bijvoeglijk naamwoord
-
klar bijvoeglijk naamwoord
-
geradlinig bijvoeglijk naamwoord
-
sonnenklar bijvoeglijk naamwoord
-
schnurgerade bijvoeglijk naamwoord
-
kerzengerade bijvoeglijk naamwoord
-
-
duidelijk (begrijpelijk; helder)
verständlich; deutlich; klar; sonnenklar; eindeutig; offensichtlich-
verständlich bijvoeglijk naamwoord
-
deutlich bijvoeglijk naamwoord
-
klar bijvoeglijk naamwoord
-
sonnenklar bijvoeglijk naamwoord
-
eindeutig bijvoeglijk naamwoord
-
offensichtlich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor duidelijk:
Verwante woorden van "duidelijk":
Antoniemen van "duidelijk":
Verwante definities voor "duidelijk":
Wiktionary: duidelijk
duidelijk
duidelijk
Cross Translation:
adjective
-
dem Anschein nach
-
wahrnehmbar durch die Sinne
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• duidelijk | → offensichtlich | ↔ apparent — visible |
• duidelijk | → offensichtlich | ↔ apparent — clear |
• duidelijk | → offenbar; offensichtlich | ↔ apparently — plainly |
• duidelijk | → klar; effektiv | ↔ articulate — clear, effective |
• duidelijk | → deutchlich; eindeutig | ↔ clear — free of ambiguity or doubt |
• duidelijk | → klar; hell; anschaulich; bestimmt; deutlich; licht; lichtvoll | ↔ clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière. |
• duidelijk | → anschaulich; bestimmt; deutlich; klar | ↔ limpide — Qui est clair, transparent. |
• duidelijk | → anschaulich; augenscheinlich; ersichtlich; evident; offenbar; offenkundig; einleuchtend | ↔ évident — Dont le sens s’impose naturellement à l’esprit, qui a le caractère de l’évidence. |