Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. dromers:
  2. dromer:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dromers (Nederlands) in het Duits

dromers:

dromers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de dromers
    der Träumer; der Dussel
    • Träumer [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Dussel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dromers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dussel dromers achterlijke; dommerik; druiloor; druiloren; dwaas; idioot; kalfskop; minkukel; oen; oenen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferds; sukkel; sul; sullen; uilenbal; uilskuiken
Träumer dromers dromer; dromertjes; fantast; mijmeraar; utopist

Verwante woorden van "dromers":


dromers vorm van dromer:

dromer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dromer (utopist; fantast)
    der Träumer; der Utopist; der Phantast
    • Träumer [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Utopist [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Phantast [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dromer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Phantast dromer; fantast; utopist
Träumer dromer; fantast; utopist dromers; dromertjes; mijmeraar
Utopist dromer; fantast; utopist

Verwante woorden van "dromer":


Wiktionary: dromer


Cross Translation:
FromToVia
dromer Träumer; Träumerin; Idealist; Fantast visionary — an impractical dreamer