Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Ablagerung
|
afzetsel; bezinksel; depot; dik; drab; droesem; grondsop; moer; residu; sediment; zetsel
|
|
Bodensatz
|
afzetsel; bezinksel; depot; dik; drab; droesem; grondsop; moer; residu; sediment; zetsel
|
|
Bodensätze
|
drab; droesem; grondsoppen
|
bezinksels; grondsoppen; neerslag
|
Hefe
|
bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; grondsoppen; moer; zetsel
|
gist
|
Niederschlag
|
afzetsel; bezinksel; depot; dik; drab; droesem; grondsop; moer; residu; sediment; zetsel
|
|
Rest
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
agio; bon; coupon; exces; hachee; het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; prak; residu; rest; restant; staartje; stuk stof; surplus; teveel
|
Restbestand
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
agio; bon; coupon; exces; het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; rest; restant; stuk stof; surplus; teveel
|
Schlacke
|
bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel
|
bon; coupon
|
Schlamm
|
bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel
|
bagger; kledder; klodder; kwak; lik; modder; prut; slib; slijk; slik
|
Überbleibsel
|
afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
|
bon; coupon; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant; staartje
|