Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- dreef:
- drijven:
-
Wiktionary:
- dreef → Allee, Baumgang, Baumstraße
- drijven → schwimmen, treiben
- drijven → treiben, schwimmen, schweben, schwimmbar, abtreiben, dahintreiben, dahingetrieben werden, getrieben werden, abweichen, derivieren, differentiieren, abzweigen, shunten, anfeuern, jagen, vor sich hertreiben, dringen, rücken, stoßen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor dreef (Nederlands) in het Duits
dreef:
Vertaal Matrix voor dreef:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Allee | allee; dreef; laan | avenue; boulevard; straatje |
Avenue | allee; dreef; laan | avenue; boulevard; straatje |
Feldweg | buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; trekpad | jaagpad; landweg; paadje; pad; trekpad; veldweg; zandpad |
Verwante woorden van "dreef":
dreef vorm van drijven:
Vertaal Matrix voor drijven:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Treiben | drijven | activiteit; bedrijvigheid; beroering; deining; drukte; geraas; grote menigte; heibel; heksenketel; klopjacht; kouwe drukte; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; razzia; roerigheid; rommelig gedoe; rumoer; schommeling; toeloop; tumult; veel mensen; wiegeling; zeegang |
Verwante definities voor "drijven":
Wiktionary: drijven
drijven
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• drijven | → treiben | ↔ drive — herd (animals) in a particular direction |
• drijven | → treiben | ↔ drive — cause to become |
• drijven | → schwimmen; treiben; schweben | ↔ float — be supported by a liquid |
• drijven | → schwimmbar | ↔ float — be capable of floating |
• drijven | → abtreiben; treiben; dahintreiben; dahingetrieben werden; getrieben werden; abweichen; derivieren; differentiieren; abzweigen; shunten | ↔ dériver — détourner un cours d’eau. |
• drijven | → anfeuern; jagen; treiben; vor sich hertreiben | ↔ pourchasser — poursuivre ou rechercher avec obstination, avec ardeur. |
• drijven | → dringen; rücken; stoßen; treiben; anfeuern; jagen; vor sich hertreiben | ↔ pousser — Faire pression contre quelqu’un ou contre quelque chose, pour le déplacer ou l’ôter de sa place. |
Computer vertaling door derden: