Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lehmig
|
baggerig; drabbig; drassig; modderig; pruttig; slibachtig; slibberig; slijkerig
|
grondachtig; kleiachtig; leemachtig; lemen
|
morastig
|
drassig; moerassig
|
|
schlammig
|
baggerig; drabbig; drassig; modderig; pruttig; slibachtig; slibberig; slijkerig
|
drabbig; grondachtig; leemachtig; morsig; onzuiver; ranzig; slonzig; slordig; smerig; troebel; troebelachtig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig
|
sumpfig
|
baggerig; drabbig; drassig; modderig; moerassig; pruttig; slibachtig; slibberig; slijkerig
|
|
tonig
|
baggerig; drabbig; drassig; modderig; pruttig; slibachtig; slibberig; slijkerig
|
grondachtig; leemachtig
|
trübe
|
baggerig; drabbig; drassig; modderig; pruttig; slibachtig; slibberig; slijkerig
|
beslagen; dof; donker; drabbig; druilerig; duister; flauw; glansloos; mat; met neerslag; miezerig; mistig; morsig; nat; nevelachtig; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; onverlicht; onzuiver; ranzig; regenachtig; rouwig; slonzig; slordig; smerig; treurig; troebel; troebelachtig; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; verdrietig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; wazig; wollig
|