Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. doppen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dopten (Nederlands) in het Duits

dopten vorm van doppen:

doppen werkwoord (dop, dopt, dopte, dopten, gedopt)

  1. doppen (pellen)
    schälen
    • schälen werkwoord (schäle, schälst, schält, schälte, schältet, geschält)

Conjugations for doppen:

o.t.t.
  1. dop
  2. dopt
  3. dopt
  4. doppen
  5. doppen
  6. doppen
o.v.t.
  1. dopte
  2. dopte
  3. dopte
  4. dopten
  5. dopten
  6. dopten
v.t.t.
  1. heb gedopt
  2. hebt gedopt
  3. heeft gedopt
  4. hebben gedopt
  5. hebben gedopt
  6. hebben gedopt
v.v.t.
  1. had gedopt
  2. had gedopt
  3. had gedopt
  4. hadden gedopt
  5. hadden gedopt
  6. hadden gedopt
o.t.t.t.
  1. zal doppen
  2. zult doppen
  3. zal doppen
  4. zullen doppen
  5. zullen doppen
  6. zullen doppen
o.v.t.t.
  1. zou doppen
  2. zou doppen
  3. zou doppen
  4. zouden doppen
  5. zouden doppen
  6. zouden doppen
diversen
  1. dop!
  2. dopt!
  3. gedopt
  4. doppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

doppen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het doppen (pellen)
    Aushülzen

Vertaal Matrix voor doppen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aushülzen doppen; pellen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schälen doppen; pellen jassen; pellen; schillen; zich laten schillen

Verwante woorden van "doppen":