Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. doorfuiven:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doorfuiven (Nederlands) in het Duits

doorfuiven:

doorfuiven werkwoord (fuif door, fuift door, fuifde door, fuifden door, doorgefuifd)

  1. doorfuiven
    durchmachen; durchzechen; durchfeiern
    • durchmachen werkwoord (mache durch, machst durch, macht durch, machte durch, machtet durch, durchgemacht)
    • durchzechen werkwoord (durchzeche, durchzechst, durchzecht, durchzechte, durchzechtet, durchzecht)
    • durchfeiern werkwoord

Conjugations for doorfuiven:

o.t.t.
  1. fuif door
  2. fuift door
  3. fuift door
  4. fuifen door
  5. fuifen door
  6. fuifen door
o.v.t.
  1. fuifde door
  2. fuifde door
  3. fuifde door
  4. fuifden door
  5. fuifden door
  6. fuifden door
v.t.t.
  1. heb doorgefuifd
  2. hebt doorgefuifd
  3. heeft doorgefuifd
  4. hebben doorgefuifd
  5. hebben doorgefuifd
  6. hebben doorgefuifd
v.v.t.
  1. had doorgefuifd
  2. had doorgefuifd
  3. had doorgefuifd
  4. hadden doorgefuifd
  5. hadden doorgefuifd
  6. hadden doorgefuifd
o.t.t.t.
  1. zal doorfuiven
  2. zult doorfuiven
  3. zal doorfuiven
  4. zullen doorfuiven
  5. zullen doorfuiven
  6. zullen doorfuiven
o.v.t.t.
  1. zou doorfuiven
  2. zou doorfuiven
  3. zou doorfuiven
  4. zouden doorfuiven
  5. zouden doorfuiven
  6. zouden doorfuiven
diversen
  1. fuif door!
  2. fuift door!
  3. doorgefuifd
  4. doorfuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor doorfuiven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
durchfeiern doorfuiven
durchmachen doorfuiven avanceren; beleven; doorleven; doorlopen; doormaken; doorstaan; ervaren; gewaarworden; ondervinden; verder lopen; verdergaan; verdragen; verduren; verteren; voelen; voortgaan
durchzechen doorfuiven doorbuigen; doorzakken

Computer vertaling door derden: