Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. door elkaar halen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor door elkaar halen (Nederlands) in het Duits

door elkaar halen:

door elkaar halen werkwoord (haal door elkaar, haalt door elkaar, haalde door elkaar, haalden door elkaar, door elkaar gehaald)

  1. door elkaar halen (in de war maken)
    durcheinandergeraten; vermengen; schlingern
    • vermengen werkwoord (vermenge, vermengst, vermengt, vermengte, vermengtet, vermengt)
    • schlingern werkwoord (schlingere, schlingerst, schlingert, schlingerte, schlingertet, geschlingert)

Conjugations for door elkaar halen:

o.t.t.
  1. haal door elkaar
  2. haalt door elkaar
  3. haalt door elkaar
  4. halen door elkaar
  5. halen door elkaar
  6. halen door elkaar
o.v.t.
  1. haalde door elkaar
  2. haalde door elkaar
  3. haalde door elkaar
  4. haalden door elkaar
  5. haalden door elkaar
  6. haalden door elkaar
v.t.t.
  1. heb door elkaar gehaald
  2. hebt door elkaar gehaald
  3. heeft door elkaar gehaald
  4. hebben door elkaar gehaald
  5. hebben door elkaar gehaald
  6. hebben door elkaar gehaald
v.v.t.
  1. had door elkaar gehaald
  2. had door elkaar gehaald
  3. had door elkaar gehaald
  4. hadden door elkaar gehaald
  5. hadden door elkaar gehaald
  6. hadden door elkaar gehaald
o.t.t.t.
  1. zal door elkaar halen
  2. zult door elkaar halen
  3. zal door elkaar halen
  4. zullen door elkaar halen
  5. zullen door elkaar halen
  6. zullen door elkaar halen
o.v.t.t.
  1. zou door elkaar halen
  2. zou door elkaar halen
  3. zou door elkaar halen
  4. zouden door elkaar halen
  5. zouden door elkaar halen
  6. zouden door elkaar halen
diversen
  1. haal door elkaar!
  2. haalt door elkaar!
  3. door elkaar gehaald
  4. door elkaar halend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor door elkaar halen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
durcheinandergeraten door elkaar halen; in de war maken door elkaar geraken; door elkaar raken
schlingern door elkaar halen; in de war maken bengelen; deinen; golven; heen en weer zwaaien; pendelen; reizen tussen; schommelen; slingeren; uit zijn evenwicht raken; wiebelen; wiegen; zwaaien; zwenken
vermengen door elkaar halen; in de war maken dooreenmengen; mengen; vermengen

Verwante vertalingen van door elkaar halen