Nederlands
Uitgebreide vertaling voor door elkaar halen (Nederlands) in het Duits
door elkaar halen:
door elkaar halen werkwoord (haal door elkaar, haalt door elkaar, haalde door elkaar, haalden door elkaar, door elkaar gehaald)
-
door elkaar halen (in de war maken)
Conjugations for door elkaar halen:
o.t.t.
- haal door elkaar
- haalt door elkaar
- haalt door elkaar
- halen door elkaar
- halen door elkaar
- halen door elkaar
o.v.t.
- haalde door elkaar
- haalde door elkaar
- haalde door elkaar
- haalden door elkaar
- haalden door elkaar
- haalden door elkaar
v.t.t.
- heb door elkaar gehaald
- hebt door elkaar gehaald
- heeft door elkaar gehaald
- hebben door elkaar gehaald
- hebben door elkaar gehaald
- hebben door elkaar gehaald
v.v.t.
- had door elkaar gehaald
- had door elkaar gehaald
- had door elkaar gehaald
- hadden door elkaar gehaald
- hadden door elkaar gehaald
- hadden door elkaar gehaald
o.t.t.t.
- zal door elkaar halen
- zult door elkaar halen
- zal door elkaar halen
- zullen door elkaar halen
- zullen door elkaar halen
- zullen door elkaar halen
o.v.t.t.
- zou door elkaar halen
- zou door elkaar halen
- zou door elkaar halen
- zouden door elkaar halen
- zouden door elkaar halen
- zouden door elkaar halen
diversen
- haal door elkaar!
- haalt door elkaar!
- door elkaar gehaald
- door elkaar halend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor door elkaar halen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
durcheinandergeraten | door elkaar halen; in de war maken | door elkaar geraken; door elkaar raken |
schlingern | door elkaar halen; in de war maken | bengelen; deinen; golven; heen en weer zwaaien; pendelen; reizen tussen; schommelen; slingeren; uit zijn evenwicht raken; wiebelen; wiegen; zwaaien; zwenken |
vermengen | door elkaar halen; in de war maken | dooreenmengen; mengen; vermengen |