Doods in het Duits vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

doods:
- öde
dood:
- leblos; kraftlos; unbeseelt; schlaff; seelenlos; geistlos; gestorben; tot; verstorben
- Sterben; Einbüssen; Einstürzen; Tod
Wiktionary:
- doods → entseelt, tot, leblos, öde, wüst, verödet, verlassen, unbewohnt
- dood → Tod
- dood → tot
- dood → gestorben, tot, Tod, der Tod, entseelt, leblos, erloschen, Untergang, Verderbnis

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doods (Nederlands) in het Duits

doods:

doods bijvoeglijk naamwoord

doods
öde
- öde bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor doods:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
öde	doods	afgezaagd; afgezonderd; armzalig; bitter teleurgesteld; desolaat; dor; droog; eentonig; eenzaam; ellendig; karig; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; mager; melig; monotoon; pover; rot; saai; schamel; schraal; slaapverwekkend; suf; taai; uitgestorven; verbitterd; verdord; vereenzaamd; verlaten; vervelend; zonder afleiding

Verwante woorden van "doods":

doodsheid, doodse, dood

Wiktionary: doods

Cross Translation:

From	To	Via
• doods	→ entseelt; tot; leblos	↔ exanimate — lifeless; dead
• doods	→ öde; wüst; verödet; verlassen; unbewohnt	↔ désert — Qui est inhabité ou qui n’est guère fréquenté.

dood:

dood bijvoeglijk naamwoord

dood (niet bezield; levenloos; geesteloos; onbezield)
leblos; kraftlos; unbeseelt; schlaff; seelenlos; geistlos
- leblos bijvoeglijk naamwoord
- kraftlos bijvoeglijk naamwoord
- unbeseelt bijvoeglijk naamwoord
- schlaff bijvoeglijk naamwoord
- seelenlos bijvoeglijk naamwoord
- geistlos bijvoeglijk naamwoord
dood (overleden; doodgegaan; heengegaan; gestorven; afgestorven)
gestorben; tot; verstorben
- gestorben bijvoeglijk naamwoord
- tot bijvoeglijk naamwoord
- verstorben bijvoeglijk naamwoord

dood [de ~] zelfstandig naamwoord

de dood (overlijden; verscheiden)
Sterben; Einbüssen; Einstürzen
- Sterben [das ~] zelfstandig naamwoord
- Einbüssen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Einstürzen [das ~] zelfstandig naamwoord
de dood
der Tod
- Tod [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dood:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Einbüssen	dood; overlijden; verscheiden
Einstürzen	dood; overlijden; verscheiden	achteruitgang; ineenstorten; ineenstortingen; instorten; instorting; instortingen; inzinking; neervallen
Sterben	dood; overlijden; verscheiden	sterfgeval; sterfte
Tod	dood	sterfgeval; sterfte
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geistlos	dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield	achterlijk; afgestompt; afgezaagd; afstompend; breinloos; dom; eentonig; eenvoudig; geestdodend; geesteloos; gemakkelijk; hersenloos; idioot; inhoudsloos; langdradig; leeg; licht; makkelijk; monotoon; niet moeilijk; onbenullig; onnozel; onverstandig; saai; simpel; slaapverwekkend; stom; stompzinnig; stupide; suf; taai; verstandeloos; vervelend; zonder afleiding
gestorben	afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden
kraftlos	dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield	bleekjes; energieloos; futloos; hulpeloos; krachteloos; krukkig; lamlendig; landerig; lusteloos; onbeholpen; onhandig; onmachtig; pips; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; wee; weerloos; ziekelijk; zwak
leblos	dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield	ongeanimeerd
schlaff	dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield	armzalig; bleekjes; doezelig; dof; flets; futloos; gammel; karig; krachteloos; krakkemikkig; krukkig; lamlendig; lusteloos; mager; mat; niet helder; onbeholpen; onhandig; pips; pover; schamel; schraal; schutterig; slap; slapjes; slungelig; soezerig; stumperig; stuntelig; suf; sukkelig; wankel; wee; ziekelijk; zwak
seelenlos	dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield
tot	afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden
unbeseelt	dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield
verstorben	afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden

Verwante woorden van "dood":

doodden, doods

Verwante definities voor "dood":

wie niet meer leeft¹
- ik heb een dood vogeltje gevonden¹

Wiktionary: dood

dood

noun

de toestand na het leven
- dood → Tod

adjective

niet meer levend
- dood → tot

dood

noun

Ende des Sterben
- Tod → dood

adjective

nicht (mehr) lebend
- tot → dood

Cross Translation:

From	To	Via
• dood	→ gestorben; tot	↔ dead — no longer alive
• dood	→ Tod	↔ death — cessation of life
• dood	→ Tod	↔ death — personification of death
• dood	→ der Tod	↔ death — Tarot
• dood	→ entseelt; tot; leblos	↔ exanimate — lifeless; dead
• dood	→ erloschen	↔ extinct — no longer erupting
• dood	→ Tod; Untergang; Verderbnis	↔ mort — arrêt de la vie
• dood	→ tot	↔ mort — Qui n’est plus vivant

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Vertaal doods van Nederlands naar Duits

Uitgebreide vertaling voor doods (Nederlands) in het Duits

doods:

doods bijvoeglijk naamwoord

doods

Vertaal Matrix voor doods:

Verwante woorden van "doods":

Wiktionary: doods

dood:

dood bijvoeglijk naamwoord

dood (niet bezield; levenloos; geesteloos; onbezield)

dood (overleden; doodgegaan; heengegaan; gestorven; afgestorven)

dood [de ~] zelfstandig naamwoord

de dood (overlijden; verscheiden)

de dood

Vertaal Matrix voor dood:

Verwante woorden van "dood":

Verwante definities voor "dood":

Wiktionary: dood