Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. doelpunt:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doelpunt (Nederlands) in het Duits

doelpunt:

doelpunt [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het doelpunt (goal; treffer)
    Tor; der Treffer
    • Tor [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Treffer [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor doelpunt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Tor doelpunt; goal; treffer achterlijke; doeltrap; dolleman; dommerik; dwaas; geesteszieke; gek; grote deur; hofnar; idioot; imbeciel; krankzinnige; mallerd; malloot; nar; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; pias; poort; simpele ziel; toegangspoort; waanzinnige; zot; zottin
Treffer doelpunt; goal; treffer bestseller; gelukje; hit; succes; successtuk; tref; treffer

Verwante woorden van "doelpunt":

  • doelpunten

Wiktionary: doelpunt


Cross Translation:
FromToVia
doelpunt Tor goal — (sport) act of placing the object into the goal
doelpunt Tor goal — point(s) scored
doelpunt Punkt point — unit of scoring in a game or competition