Nederlands
Uitgebreide vertaling voor dikdoenerij (Nederlands) in het Duits
dikdoenerij:
-
de dikdoenerij (opschepperij; grootspraak; branie; snoeverij; gebluf; gebral; gepoch)
Vertaal Matrix voor dikdoenerij:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Angeberei | branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij | bluf; gepraal; praalzucht |
Aufschneiderei | branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij | bluf; gepraal; praalzucht |
Großtuer | branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij | bluffer; dikdoener; dikdoeners; druktemaker; gepraal; opschepper; opscheppers; opsnijder; patser; pocher; praalzucht; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen; zenuwlijder |
Großtuerei | branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij | gepraal; praalzucht |
Prahlerei | branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij | bluf; ijdelheid; ijdeltuiterij; wuftheid |
Windmacherei | branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij | branieschopper; gepraal; haantje; praalzucht |
Wiktionary: dikdoenerij
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dikdoenerij | → Kitsch | ↔ tape-à-l’œil — (familier, fr) apparence éblouissante mais trompeur. |