Nederlands
Uitgebreide vertaling voor deeltje (Nederlands) in het Duits
deeltje:
-
de deeltje (onderdeeltje)
Vertaal Matrix voor deeltje:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Stück | deeltje; onderdeeltje | aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; bijdrage; bon; brok; brokje; component; coupon; deel; drama; element; fractie; gedeelte; inbreng; ingrediënt; kleine brok; klont; lap; moot; onderdeel; part; plak; schouwspel; segment; stuk; stuk stof; suikerklontje; toneelstuk; tranche |
Stückchen | deeltje; onderdeeltje | brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; snippertje; stukje |
Teil | deeltje; onderdeeltje | aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; bouwwerk; component; deel; element; fractie; gebouw; gedeelte; ingrediënt; ledematen; lichaamsdelen; onderdeel; pand; part; portie; segment; stuk |
Teilchen | deeltje; onderdeeltje | basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; gedeelte; ingrediënt; onderdeel; part; stuk |
Verwante woorden van "deeltje":
deel:
-
het deel (basisbestanddeel; onderdeel; component; bestanddeel; ingrediënt; stuk; element; fractie)
-
het deel (gedeelte; stuk; part; fractie)
-
het deel (part; aandeel)
-
het deel (wat iemand erft; erfenis; erfdeel)
Vermächtnis; Erbe; der Anteil; die Erbschaft; Erbteil; der Nachlaß; die Hinterlassenschaft; Erbstück -
het deel (boekdeel; band; volume)
-
het deel (dorsvloer)
die Dreschboden
Vertaal Matrix voor deel:
Verwante woorden van "deel":
Synoniemen voor "deel":
Antoniemen van "deel":
Verwante definities voor "deel":
Wiktionary: deel
deel
Cross Translation:
noun
deel
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• deel | → Körper | ↔ body — any physical object or material thing |
• deel | → Teil | ↔ division — each of the parts resulting from division |
• deel | → Teil | ↔ part — fraction of a whole (jump) |
• deel | → Stück | ↔ piece — part of a larger whole |
• deel | → Teil | ↔ portion — allocated amount |
• deel | → Anteil; Teil | ↔ share — portion of something |