Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. dassen:
  2. das:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dassen (Nederlands) in het Duits

dassen:

dassen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de dassen (stropdassen)
    die Krawatten; die Schlipse

Vertaal Matrix voor dassen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Krawatten dassen; stropdassen
Schlipse dassen; stropdassen

Verwante woorden van "dassen":


das:

das [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de das

das [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de das (halsdoek; sjaal; shawl)
    der Schal; Halstuch
    • Schal [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Halstuch [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. de das (stropdas)
    die Krawatte; der Schlips
    • Krawatte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlips [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor das:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Halstuch das; halsdoek; shawl; sjaal bandana; halsdoek; omslagdoek; shawl; sjaal
Krawatte das; stropdas
Schal das; halsdoek; shawl; sjaal bandana; halsdoek
Schlips das; stropdas
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dachs das

Verwante woorden van "das":


Wiktionary: das

das
noun
  1. ein Säugetier mit grauem Fell und markanter weiß-schwarzer Fellzeichnung am Kopf, das in den europäischen Wald anzutreffen ist; der Europäischer Dachs

Cross Translation:
FromToVia
das Dachs badger — mammal
das Krawatte; Schlips necktie — strip of cloth worn around the neck and tied in the front
das Schal scarf — long garment worn around the neck
das Dachs blaireau — Mammifère
das Shawl; Umschlagetuch châlevêtement féminin consistant en un carré de tissu qu'on mettre sur son dos et ses épaules pour se tenir au chaud.
das Halsbinde; Krawatte; Schlips cravate — morceau d’étoffe porté autour du cou