Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. daas:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor daas (Nederlands) in het Duits

daas:

daas bijvoeglijk naamwoord

  1. daas (versuft; soezerig; suf; )
    betäubt; stumpfsinnig; dösig; duselig

Vertaal Matrix voor daas:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betäubt daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft bedwelmd; doezelig; onder invloed; soezerig; suf; verdoofd
duselig daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft aangeschoten; bedwelmd; beneveld; beschonken; doezelig; dommelig; lodderig; onder invloed; slaperig; soezerig; soezig; suf; suffig; teut; tipsy; verdoofd; versuft
dösig daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft doezelig; dommelig; eentonig; lodderig; monotoon; saai; slaapverwekkend; slaperig; soezerig; soezig; suf; suffig; versuft
stumpfsinnig daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft achterlijk; afgestompt; afstompend; breinloos; dom; eentonig; eenvoudig; geestdodend; geesteloos; gek; gemakkelijk; geschift; gestoord; hersenloos; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; licht; maf; makkelijk; mesjogge; niet goed snik; niet moeilijk; onbenullig; onnozel; onverstandig; saai; simpel; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos; zot

Wiktionary: daas

daas
noun
  1. insecten|nld steekvlieg
daas
noun
  1. Zoologie: (in vielen Arten verbreitete) große, blutsaugende Fliege (Tabanidae), die — je nach Art — grauschwarz bis braungelb gefärbt ist