Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. conus:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor conus (Nederlands) in het Duits

conus:

conus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de conus
    der Kegel; der Zapfen
    • Kegel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zapfen [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor conus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kegel conus kegel; pilon
Zapfen conus ijspegel; klem; pen; pin

Verwante woorden van "conus":

  • conussen