Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal concessie

Vertaal concessie van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

concessie:
- Konzession; Zugeständnis; Entgegenkommen; Handreichung; Hilfeleistung
Wiktionary:
- concessie → Abkehr, Entsagung, Verzichtleistung, Resignation, Öde, Verödung, Zession, Abdikation, Abdankung, Ablehnung, Abweisung, Verweigerung, Zurückweisung, Rücktritt, Thronverzicht, Verzicht, Niederlegung

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor concessie (Nederlands) in het Duits

concessie:

concessie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de concessie
die Konzession; Zugeständnis; Entgegenkommen; die Handreichung; die Hilfeleistung
- Konzession [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zugeständnis [das ~] zelfstandig naamwoord
- Entgegenkommen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Handreichung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Hilfeleistung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor concessie:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Entgegenkommen	concessie	compensatie; dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; goedwillendheid; meegaandheid; naderen; tegemoetkomen; tegemoetkoming; volgzaamheid; voorkomendheid; welwillendheid
Handreichung	concessie	assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening
Hilfeleistung	concessie	assistentie; bijstand; dienstbetoon; dienstverlening; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; maatschappelijk werk; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun
Konzession	concessie	clementie; compassie; erkenning; goedertierenheid; mildheid; toegeving; welwillendheid
Zugeständnis	concessie

Verwante woorden van "concessie":

concessies

Wiktionary: concessie

Cross Translation:

From	To	Via
• concessie	→ Abkehr; Entsagung; Verzichtleistung; Resignation; Öde; Verödung; Zession	↔ abandon — à trier
• concessie	→ Abdikation; Abdankung; Ablehnung; Abweisung; Verweigerung; Zurückweisung; Zession; Rücktritt; Thronverzicht; Verzicht; Niederlegung	↔ abdication — action de renoncer à une charge importante. — note Se dit en parlant de celui qui abdiquer et de la chose abdiquer.