Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. chips:
  2. chip:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor chips (Nederlands) in het Duits

chips:

chips [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de chips
    der Chips
    • Chips [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chips:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Chips chips

Verwante woorden van "chips":


Wiktionary: chips


Cross Translation:
FromToVia
chips Chips chips — Thin-sliced and deep-fried potatoes sold in sealed bags; potato chips, nacho chips, etc.

chip:

chip [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de chip
    der Mikroprozessor; der Chip

Vertaal Matrix voor chip:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Chip chip
Mikroprozessor chip CPU; centrale verwerkingseenheid; processor

Verwante woorden van "chip":