Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. charmeren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor charmeren (Nederlands) in het Duits

charmeren:

charmeren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. charmeren (bekoren; aantrekken)
    Betören
    • Betören [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor charmeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Betören aantrekken; bekoren; charmeren

Wiktionary: charmeren

charmeren
verb
  1. bekoren

Cross Translation:
FromToVia
charmeren anmuten; bezaubern; entzücken; verzücken; rauben; berauben; plündern ravirenlever de force, emporter avec violence.