Nederlands

Uitgebreide vertaling voor centrum (Nederlands) in het Duits

centrum:

centrum [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het centrum (binnenstad; centrale stad)
    Zentrum; Stadtzentrum; die Stadtmitte
  2. het centrum (middelpunt; midden; kern)
    die Mitte; der Mittelpunkt; Zentrum; der Kern; Innere
    • Mitte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Mittelpunkt [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zentrum [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kern [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Innere [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. het centrum (stadswijk; buurt; wijk; )
    der Stadtteil; Stadtviertel; der Stadtbezirk

Vertaal Matrix voor centrum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Innere centrum; kern; middelpunt; midden binnenkant; binnenste; binnenzijde; innerlijk; inwendige; middelste; psyche
Kern centrum; kern; middelpunt; midden binnenkant; binnenste; binnenste van een vrucht; binnenzijde; essentie; het binnenste van iets; kern; merg; midden; pit; vruchtenpit
Mitte centrum; kern; middelpunt; midden binnenste; middelste
Mittelpunkt centrum; kern; middelpunt; midden binnenste; kernpunt; knooppunt; kruispunt; middelpunt; middelste; verkeersknooppunt
Stadtbezirk buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk district; randstad
Stadtmitte binnenstad; centrale stad; centrum
Stadtteil buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk deel van de stad; district
Stadtviertel buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk
Stadtzentrum binnenstad; centrale stad; centrum
Zentrum binnenstad; centrale stad; centrum; kern; middelpunt; midden binnenste; essentie; kern; kernpunt; middelste; midden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Mitte medio

Verwante woorden van "centrum":

  • centrums

Synoniemen voor "centrum":


Verwante definities voor "centrum":

  1. gebouw met een speciale bestemming1
    • een winkelcentrum1
  2. punt of gebied in het midden1
    • het station ligt in het centrum van de stad1

Wiktionary: centrum

centrum
noun
  1. middelpunt

Cross Translation:
FromToVia
centrum Zentrum; Mitte; Mittelpunkt center — point equidistant from all points on the perimeter of a circle
centrum Zentrum; Mitte; Mittelpunkt center — point equidistant from all points on the surface of a sphere
centrum Zentrum; Mitte center — point in the interior of figure with mean coordinates
centrum Zentrum; Mitte center — place where a function or activity occurs
centrum Stadtmitte; Stadtzentrum; Zentrum city center — business center of a city
centrum Zentrum; Drehscheibe; Drehkreuz hub — A point where many routes meet
centrum Mittelpunkt middle — centre, midpoint
centrum Zentrum centre — Point qui, dans un cercle ou une sphère, est à égale distance de tous les points de la circonférence de ce cercle ou de la surface de cette sphère.

Verwante vertalingen van centrum