Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bus (Nederlands) in het Duits
bus:
-
de bus (autobus; touringcar)
-
de bus (opbergblik; blik; blikje; trommel)
-
de bus
Vertaal Matrix voor bus:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Autobus | autobus; bus; touringcar | omnibus |
Bus | autobus; bus; touringcar | autobussen; bussen; omnibus |
Büchse | blik; blikje; bus; opbergblik; trommel | blik; blikje; box; buitenkant; buks; busje; conservenblik; doos; dun metaal; etui; foedraal; huls; karabijn; koker; kokervormig doosje; metaal; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; opbergruimte; tin; trom; trommel |
Dose | blik; blikje; bus; opbergblik; trommel | blik; box; buitenkant; conservenblik; doos; dosis; huls; metaal; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; opbergruimte; portie; tin; trom; trommel; verpakking |
Konserve | blik; blikje; bus; opbergblik; trommel | blik; conservenblik; metaal; tin |
Omnibus | autobus; bus; touringcar | autobus; omnibus |
Vorratsdose | blik; blikje; bus; opbergblik; trommel |
Verwante woorden van "bus":
Verwante definities voor "bus":
Wiktionary: bus
bus
Cross Translation:
noun
-
verschließbarer Behälter, meist aus Blech, Plastik, der zum Transport und Aufbewahren von Flüssigkeiten (Wasser, Öl, Treibstoff) benutzt wird
-
als Verkehrsmittel im öffentlichen Personennahverkehr eingesetztes vielsitziges, großes Kraftfahrzeug zur Beförderung einer größeren Anzahl von Personen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bus | → Bus | ↔ bus — vehicle |
• bus | → Bus; Omnibus | ↔ omnibus — vehicle |
• bus | → Bus; Omnibus | ↔ bus — Véhicule de transport en commun |
• bus | → Trommel | ↔ tambour — instrument de musique |
Computer vertaling door derden: