Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bunzing:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bunzing (Nederlands) in het Duits

bunzing:

bunzing [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bunzing
    der Iltis
    • Iltis [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bunzing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Iltis bunzing deugniet; fielt; guit; mispunt; naarling; rakker; rotzak; schoft; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd

Verwante woorden van "bunzing":

  • bunzingen, bunzings

Wiktionary: bunzing


Cross Translation:
FromToVia
bunzing Iltis polecatMustela putorius