Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bundels (Nederlands) in het Duits

bundels:

bundels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de bundels (boekwerken)
    die Werke; die Bücher
    • Werke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bücher [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de bundels (schoven; bosjes)
    die Büsche; die Bündel; die Sträucher

Vertaal Matrix voor bundels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bücher boekwerken; bundels boeken; romans
Bündel bosjes; bundels; schoven baal; bos; bosje; bundel; herenkostuum; moot; pak; plak; schoof; tranche
Büsche bosjes; bundels; schoven bosjes; heesters; kreupelbos; kreupelhout; struiken; struikjes
Sträucher bosjes; bundels; schoven bosjes; heesters; struiken; struikjes
Werke boekwerken; bundels
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bündel bundel

Verwante woorden van "bundels":


bundel:

bundel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bundel (schoof; bosje)
    Bund; der Busch; Bündel; Büschel; die Garbe; der Bausch
    • Bund [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Busch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bündel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Büschel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Garbe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bausch [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de bundel (gedichtenbundel)
    der Gedichtband; der Band
    • Gedichtband [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Band [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. de bundel (gedichtenverzameling)
    Gedichtbündel; die Sammlung von Gedichten

bundel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bundel (bos)
    der Bündel
    • Bündel [der ~] zelfstandig naamwoord

bundel

  1. bundel
  2. bundel
    Paket; Bündel

Vertaal Matrix voor bundel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Band bundel; gedichtenbundel band; binding; blaaskapel; boekdeel; deel; fanfare; fanfarekorps; gebondenheid; geluidsniveau; harmonie; het gebonden zijn; kapel; muziekkorps; volume
Bausch bosje; bundel; schoof dreumes; drol; kort en dik persoon; onderkruipsel; propje
Bund bosje; bundel; schoof akkoord; associatie; baal; band; binding; boekdeel; bond; bondgenootschap; broederschap; coalitie; coöperatie; deel; federatie; genootschap; herenkostuum; liga; moot; pact; pak; plak; samenwerkingsverband; sociëteit; tranche; unie; verbond; verdrag; vereniging; volume
Busch bosje; bundel; schoof boeket; bos; bos bloemen; bosje; bosland; geboomte; heester; jungle; kreupelbos; kreupelhout; oerwoud; rimboe; struik; woud
Bündel bos; bosje; bundel; schoof baal; bosjes; bundels; herenkostuum; moot; pak; plak; schoven; tranche
Büschel bosje; bundel; schoof bosje; heester; oogst; opbrengst van gewas; pluk; pol; struik; wijnoogst
Garbe bosje; bundel; schoof
Gedichtband bundel; gedichtenbundel
Gedichtbündel bundel; gedichtenverzameling
Paket bundel baal; herenkostuum; moot; pak; pakje; pakket; plak; postpakket; tranche
Sammlung von Gedichten bundel; gedichtenverzameling
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bündel bundel
Einzelvorgangsbündel bundel

Verwante woorden van "bundel":


Wiktionary: bundel

bundel
noun
  1. zijdelings bijeengehouden verzameling langwerpige voorwerpen
bundel
noun
  1. etwas Zusammengebundenes; aneinander gebundene Gegenstände

Cross Translation:
FromToVia
bundel Strahl beam — ray
bundel Bündel bundle — group of objects held together by wrapping or tying
bundel Bündel bundle — package wrapped or tied up for carrying
bundel Bündel bundle — colloquial: large amount, especially of money
bundel mod; Garbe gerbefaisceau de blé, où les épis sont disposer d’un même côté.